De ampullen die woensdagavond werden gevonden op het strand bij Egmond, bevatten calciumcarbide met een vleugje zwavel. Met het gevaar viel het dus achteraf wel mee, zo valt op te maken uit een analyserapport van het RIVM.

Dergelijke ampullen worden gebruikt om de vochtigheid van beton te meten. Deze test maakt gebruik van de reactie van calciumcarbide met water, die gasvormig acetyleen (C2H2, officiële naam ethyn) oplevert. Doe een fijngemalen monster van je beton in een afsluitbare fles met een drukmeter, doe er een ampul CaC2 bij, even schudden zodat de ampul breekt, en aan de opgebouwde druk kun je aflezen hoeveel gas zich heeft gevormd en dus hoeveel water er in het beton zat.

Een beetje gevaarlijk is het natuurlijk wel, vanwege het explosieve karakter van acetyleen. Deze test staat niet voor niets bekend als de ‘calcium carbide bomb’. CaC2 is trouwens ook het goedje dat voor het traditionele carbidschieten wordt gebruikt.

Na de vondst van de ampullen werd woensdagavond groot alarm geslagen. Het strand werd afgezet, bewoners van strandhuisjes werde uit de buurt gehouden en er werd een grote strandjut-actie op touw gezet die inderdaad nog meer ampullen opleverde.

Die voorzichtigheid was begrijpelijk omdat de inhoud, een donkergrijs poeder, ook iets veel gevaarlijkers had kunnen zijn. Volgens het rapport is onder meer gedacht aan zinkfosfide, aluminiumfosfide of zinkcyanide.

Maar opmerkelijk is wel dat sommige media al wisten te melden dat het om een ‘gevaarlijke’ of ‘giftige’ stof ging op een moment dat de analyse bij het RIVM nog in volle gang was.

Het analyserapport geeft overigens heel fraai weer hoe je zo’n analyse van een onbekende vaste stof aanpakt. Eerst is met röntgenfluorescentie-spectrometrie vastgesteld dat de stof 50% calcium, 1% zwavel en 0,1% ijzer bevatte, en nauwelijks zink, aluminium of fosfor. FT-IR infraroodspectrometrie toonde aan dat er ook geen cyanide in zat. NMR-metingen gaven aan dat er acetyleen vrijkwam als je er water bij deed, voor zover de onderzoekers dat nog niet konden ruiken. En een koolstofmonoxidedetectiesensor gaf een signaal dat van de schaal afliep, maar van die sensor is bekend dat hij CO en C2H2 niet uit elkaar kan houden.

 

bron: RIVM

Onderwerpen