Aan DNA-sporen in perkament kun je details aflezen van het dier dat er ooit zijn huid voor heeft ingeleverd. Dat geeft nieuwe inzichten in de geschiedenis van de veeteelt, melden Engelse en Ierse onderzoekers in Philosophical Transactions of the Royal Society B.

Zoals bekend werd perkament gemaakt van dierenhuid, en volgens de auteurs is het de beste bron van eeuwenoud DNA die je kunt bedenken. Er zijn heel veel monsters van beschikbaar en vaak betreft het officiële stukken die altijd zeer zorgvuldig zijn bewaard. Bovendien staat er meestal een datum op, zodat je die niet hoeft te schatten.

De onderzoekers hebben het uitgeprobeerd met documenten uit het archief van de universiteit van York, uit de 17e en 18e eeuw. Uit stukjes van 2 bij 2 cm wisten ze genoeg DNA en collageen-eiwitten te extraheren om met een combinatie van DNA-sequencing en proteomics vast te stellen dat het hoogstwaarschijnlijk schapenhuiden moesten zijn geweest; de overeenkomst met materiaal uit koeien, varkens of geiten was minimaal. Gezien de concentratie X-chromosomen betrof het ooien.

Er viel zelfs uit af te leiden dat het oudste stuk van een traditioneel Yorkshire-schaap moest zijn geweest, zo’n witte met een zwarte kop, terwijl het recentere fragment meer leek op schapen uit de Midlands waar ze eind 18e eeuw voorop liepen qua foktechnieken.

Verder onderzoek moet duidelijk maken hoe ver je met deze technieken kunt teruggaan in de tijd. Nadeel is wel dat je die paar vierkante centimeter definitief kwijt bent, zodat je waarschijnlijk aangewezen zult zijn op minder belangrijke perkamenten.

 

bron: Trinity College Dublin