Als je kijkt naar de genetische expressie in pas gekloonde zoogdierembryo’s, is het geen wonder dat ze zo zelden gezond ter wereld komen. Ook met de communicatie tussen kloon en draagmoeder zit iets grondig mis, blijkt uit een Frans-Amerikaanse studie in PNAS.
Volgens laatste auteur Harris Lewin is het een goed argument om het kloneren van mensen voorlopig strikt te verbieden.
Lewin en collega’s kloonden een reeks koeien op de klassieke manier: volwassen celkern plaatsen in leeggehaalde eicel, en die combinatie terugzetten in de koe. Na 18 en 34 dagen, respectievelijk vóór en na het tijdstip dat het embryo zich hoort te nestelen in de baarmoeder, onderzochten ze het transcriptoom, dus alle messenger-RNA-strengen die onderweg waren van het DNA naar de eiwitproductie. Daarbij keken ze specifiek naar extraembryonaal weefsel, dat zijn de onderdelen die bij een zoogdier uiteindelijk uitgroeien tot de placenta.
Vooral na 18 dagen bleken de afwijkingen groot. De expressie (RNA-productie) van meer dan 5.000 genen bleek anders dan normaal. Van veel van die genen is de functie in een rund nog niet bekend, maar vergelijking met de veel completere lijsten van analoge muizengenen (de Mouse Genomics Knockout database, voor de kenners) leerde dat er 121 genen bij zaten die bij uitschakeling een dood embryo of een mislukte implantatie in de baarmoederwand opleveren.
Na 34 dagen was het beeld veel normaler: als een embryo dán nog leeft, heeft het zich kennelijk aardig hersteld van de shock van het kloneren.
Wel zie je op dat moment grote afwijkingen in de genetische expressie in sommige weefsels in de baarmoederwand van de moederkoe. Na 18 dagen zie je die afwijkingen nog niet. Maar je ziet wel dat het embryo op dat moment te weinig interferon tau afscheidt, een signaalmolecuul dat de baarmoeder op zijn komst moet voorbereiden.
Al met al vindt Lewin het verbazend dat er überhaupt nog wel eens een gezond gekloond zoogdier ter wereld komt. ‘Het laat zien hoe soepel embryo’s kunnen inspelen op extreme omstandigheden’, zegt hij.
bron: UC Davis
Nog geen opmerkingen