Het onderscheid tussen werkmieren en mierenkoninginnen zit in de eerste plaats in de methylering van de cytosinebasen in hun DNA. Dat mag je rustig concluderen nu het methyloom van twee mierensoorten voor het eerst volledig in kaart is gebracht.

Het zat er natuurlijk ook dik in dat het aan de epigenetica lag, want in de basenpaarvolgorde van dat DNA kan het verschil niet zitten wanneer één koningin alle eitjes legt.

De methylomen zijn zojuist gepubliceerd in het blad Current Biology. De onderzochte soorten waren Camponotus floridanus en Harpegnathos saltator, twee soorten waarvan de DNA-volgorde al eereder werd opgehelderd. Allebei kennen zeeen kastenstelsel, maar bij de een is het wat meer uitgesproken dan bij de ander. Zo is bij H. saltator het verschil tussen koningin en werkmier veel minder groot, en kan een werkmier eventueel het eierleggen overnemen.

Het onderzoek wijst uit dat de methylering bij mieren veel complexer in elkaar zit dan bbij mensen. Zo treedt ze ook op bij cytosines die zich niet in een symmetrisch CG-dinucleotide bevinden, iets dat bij mensen alleen in embryonale stamcellen is waargenomen.

Ook valt op dat vooral exonen van actieve genen zijn gemethyleerd, en het ligt voor de hand dat dat een grote invloed heeft op de manier waarop die genen worden afgelezen.

bron: BGI Shenzhen

Onderwerpen