Anders dan zoogdieren zijn planten wél prima in staat om epigenetische factoren door te geven aan hun nageslacht. Daarmee kan een belangrijk genetisch dogma de kliko in, suggereren Groningse onderzoekers in een publicatie die zojuist door Science online is gezet.

“Het lijkt wel zeker dat de leerboeken plantengenetica herzien moeten worden”, aldus laatste auteur Frank Johannes.

Zoals het woordt al zegt zitten zulke epigenetische aanpassingen niet ín de genen, maar er óp. De bekendste is de methylering van cytosine, een van de vier bouwstenen van DNA. Die methylering wordt beïnvloed door omgevingsfactoren. Het desbetreffende gen wordt er gewoonlijk door uitgeschakeld, wat het organisme beter opgewassen laat zijn tegen die omgevingsfactoren. Het gebeurt bij alle organismen maar zeker bij zoogdieren lijkt elk embryo met een schone lei te beginnen.

Frank Johannes en collega’s van het Groningen Bioinformatics Centre (GBiC) hebben nu aangetoond dat dat laatste bij planten niet gebeurt. Ze bouwen voort op het werk van Franse collega’s, die genetisch volledig identieke Arabidopsis-plantjes kweekten onder verschillende omstandigheden. In de praktijk levert dat duidelijk verschillende plantjes op, en die verschillen worden inderdaad doorgegeven aan volgende generaties.

In Groningen zijn ze er nu in geslaagd om die verschillen te koppelen aan epigenetische veranderingen op bepaalde gedeeltes van het DNA. Daarvoor gingen ze op zoek naar ‘quantitative trait loci’ (QTL’s), een benadering die gewoonlijk wordt gebruikt om afwijkende DNA-volgordes aan bepaalde eigenschappen te koppelen.

Dat die koppeling lukt, is een zeer sterke aanwijzing dat die epigenetica bij Arabidopsis inderdaad erfelijk is. Dat is een echte doorbraak, het verandert de manier waarop we tegen erfelijkheid aan kijken. En het heeft mogelijk grote economische gevolgen”, aldus Johannes.

Met dat laatste doelt hij op de mogelijkheid voor plantentelers om te profiteren van die epigenetica. de veranderingen lijken namelijk behoorlijk stabiel te zijn; in Science Express is sprake van overerving tot de zevende generatie, maar het lijkt er op dat je het twintig generaties later nóg merkt.

bron: RUG

Onderwerpen