Aan de prestaties van een enzym genaamd ACMSD kun je mogelijk de kans aflezen dat iemand binnenkort uit het leven stapt. Daarmee zou het de eerste bruikbare biomarker voor een psychisch probleem kunnen zijn, suggereren Amerikaanse, Zweedse en Australische onderzoekers in het tijdschrift Translational Psychiatry.

Als het klopt, zou het tevens kunnen betekenen dat suïcidale neigingen op zijn minst gedeeltelijk erfelijk zijn. Als door een mutatie dat enzym het niet goed doet, heb je een probleem.

Dat ACMSD, voluit amino-β-carboxymuconaat-semialdehyde-decarboxylase, is betrokken bij de zogeheten kynurenineroute die een rol speelt bij ontstekingen van het zenuwstelsel. Om precies te zijn katalyseert het de laatste stap van de omzetting van het aminozuur tryptofaan in picolinezuur oftewel pyridine-2-carbonzuur (zie de afbeelding). Dat concurreert met een andere, niet-enzymatische reactie die chinolinezuur (pyridine-2,3-dicarbonzuur) oplevert, een stof die die ontstekingen versterkt.

En al eerder is ontdekt dat suïcidale neigingen en andere vormen van depressie soms samengaan met chronische ontstekingen van het zenuwstelsel. De bijbehorende chemische markers, zoals cytokinen, vind je gemakkelijk terug in het hersenvocht. Maar die stoffen zijn te generiek om er een diagnose aan te hangen.

De auteurs hebben nu bloed- en hersenvochtmonsters van 137 patiënten met bewezen suïcidale neigingen vergeleken met die van 71 mensen die absoluut nog níet dood wilden. En dan zie je dat bij de eerste groep de activiteit van ACMSD duidelijk lager is: ze maken in absolute zin minder picolinezuur aan, en de verhouding tussen picolinezuur en chinolinezuur is duidelijk anders.

Puur biochemisch gezien mag je dus verwachten dat dit de gevolgen van ontstekingen erger maakt, al heeft het met het ontstaan van die ontstekingen niets te maken.

Als het klopt dat suïcidale neigingen een gevolg van die ontstekingen zijn, mag je dus ook verwachten dat mensen met verlaagde ACMSD-activiteit een grotere kans lopen er serieus last van te krijgen.

De volgende vraag is of het echt klopt, of het ook opgaat voor andere vormen van depressie en of ACMSD-versterkende medicatie wellicht helpt.

bron: Van Andel Research Institute