De startende ondernemer loopt tegen veel zaken aan. Personeel, papierwerk, opportunisten enzovoort. Het is een turbulente en stimulerende ervaring. ‘Ik heb nog nooit zo hard gewerkt.’

Een veelgehoorde klacht is dat Nederlandse wetenschappers niet ondernemend genoeg zijn. Maar is dat wel waar? Bij menig starter in de chemie en life sciences staat een onderzoeker aan het roer. Ter inspiratie presenteren we er hier drie: Monique van Wordragen, Erik Abbenhuis en Vincent de Groot, actief in respectievelijk kwaliteitstesten voor landbouwproducten, nieuwe katalysatoren en linker-technologie voor oncologische toepassingen.

MARKT

Van Wordragen (42) was programma­coördinator bij de Agrotechnology & Food Sciences Group (AFSG), een instituut van Wageningen Universiteit en Researchcentrum (WUR). “Op een gegeven moment was onze technologie zo ver ontwikkeld dat ze niet meer paste binnen een publiek instituut. Tegelijkertijd was ze nog zo innovatief, dat ze voor bestaande bedrijven een stap te ver was. Toen, dat was medio 2005, ontstond binnen AFSG het plan om de technologie via een spin-off verder te ontwikkelen. Dat leek mij heel leuk. Ik wil graag ‘mijn’ werk naar de markt brengen.”

Van Wordragen trok er een jaar voor uit, naast haar baan, om een businessplan te schrijven, investeerders aan te trekken en de benodigde octrooien uit te onderhandelen met AFSG/WUR. In oktober 2006 nam ze ontslag en richtte ze NSure op. Het jonge bedrijf heeft al twee mensen in dienst, een derde is gedetacheerd vanuit AFSG en de vierde werknemer is op komst. Dat klinkt allemaal heel soepel. Nooit gedacht ‘waar ben ik aan begonnen?’ Ze lacht: “Oh, dat heb ik meerdere keren gedacht. Maar ik ben niks geheel onverwachts tegengekomen.”

LEUKE COMBINATIE

Bij Abbenhuis (43) verliep de route naar het ondernemerschap geleidelijker. In de twaalf jaar dat hij nu bij de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) werkt, is zijn onderzoek – katalyse en organo­metaalchemie – van fundamenteel steeds meer richting toepasbaarheid ontwikkeld. Bedrijven vroegen hem al vaak voor technische adviezen en toen realiseerde hij zich dat er van de combinatie consultancy en labwerk een bedrijf te maken moest zijn. Abbenhuis: “Het is heel vraaggestuurd gegaan.”

Abbenhuis’ bedrijf Hybrid Catalysis is medio 2005 opgericht en heeft momenteel twee mensen in dienst en een marketeer die werkt op commissiebasis. Abbenhuis is zelf nog in dienst van de TU/e. Hybrid Catalysis geeft opdracht voor contractonderzoek aan de Faculteit Scheikunde. Is er nog een duidelijke scheiding tussen zijn verantwoordelijkheden en belangen? “Dat gaat prima. Ik word bovendien heel goed in de gaten gehouden door de raad van commissarissen van Hybrid Catalysis”, zegt Abbenhuis. “Juist de combinatie van wetenschapper en ondernemer maakt mijn positie zo leuk.” Maar naarmate het bedrijf groeit, wordt het lastiger om beide petten op te houden.

BEGINJAREN

Het managen van Syntarga is voor De Groot (32), chief executive officer, inmiddels een fulltime dagbesteding. “Ik doe zelf al een jaar of drie, vier geen onderzoek meer. Dat vind ik soms wel jammer, maar wat ik nu doe is ook fantastisch.” Binnen Syntarga is de wetenschap de verantwoordelijkheid van mede-oprichter Patrick Beusker, chief scientific officer van het bedrijf. Meteen na het afronden van hun promotie aan de Radboud Universiteit Nijmegen in 2001 richtten de twee Syntarga op.

De beginjaren waren niet gemakkelijk. De Groot: “Met een Stigon-subsidie begonnen we als postdoc aan de Radboud Universiteit met het opzetten van Syntarga, maar we hadden maar beperkte middelen en mankracht.” Nieuwe financiering was noodzakelijk en in 2004 begon De Groot de gang langs venture capital-fondsen. “Dat ging best moeizaam. We waren toen, en nu nog steeds wel, een early stage-bedrijf. Investeerders willen graag een bewijs dat je met technologie werkt, maar wij hadden juist geld nodig om dat te kunnen bewijzen. Het is een kip-of-eiverhaal.” Een spannende tijd, want zonder nieuwe investeerders zou Syntarga waarschijnlijk niet overleven. Na negen maanden keerde het tij. Syntarga vond Aglaia Biomedical Ventures bereid te investeren, evenals BioPartners Start-up Ventures. Dat heeft veel rust gebracht. “We kunnen jaren vooruit”, aldus De Groot. “We zijn nu met z’n achten, en we zijn op zoek naar nieuwe mensen.”

FINANCIËLE RUST

Financiële zorgen spelen bij NSure en Hybrid Catalysis (nog) niet. Beide hebben als aandeelhouders de holding van ‘hun’ universiteit, respectievelijk Wageningen en Eindhoven, en de oprichters zelf. NSure heeft daarnaast nog een groep privé-investeerders weten aan te trekken. Financiële rust creëren was voor Van Wordragen essentieel. “Ik kan twee jaar vooruit en dat heb ik bewust zo geregeld. Het is belangrijk dat je jezelf de tijd gunt om echt iets neer te zetten, zeker als je met iets innovatiefs bezig bent. Dat lukt gewoon niet in een half jaar.”

Bij Hybrid Catalysis zit het financieel ook goed. Toch voel je als zelfstandige een doorlopende druk en verantwoordelijkheid. Abbenhuis: “Ik heb een luxe positie. Maar ik zit voor 40 procent met eigen geld in het bedrijf en ik heb nog nooit zo hard gewerkt als nu. Bovendien voel ik me erg verantwoordelijk voor het personeel.” Van Wordragen onderschrijft dat. “Even een project afschuiven kan niet meer. En ik heb erg moeten wennen aan de verantwoordelijkheid voor mensen in dienst.”

Naast de financiering is de papieren rompslomp een bekend obstakel voor de startende ondernemer. De drie starters zijn daar mild over. Ja, er komt heel veel op je af en dat kost heel veel tijd, maar het is ook leuk om je in die kanten te verdiepen. Bovendien besteed je snel veel zaken, zoals personeelsadministratie en boekhouding, uit. Van Wordragen: “Wat me wel tegenviel is dat het best moeite kost om in de wereld van accountants, banken en notarissen je weg te vinden. Ik had geen netwerk in die sector.”

AFSCHIETEN

Ieder hebben ze zo hun eigen tips voor (potentiële) starters. “Goed bedenken wat je wilt is het begin, maar het is geen eenmalige exercitie”, zegt De Groot. “Waar ligt je toegevoegde waarde? Dat denkproces moet steeds weer herhaald worden. Duidelijke keuzes maken. Niet te veel opties openhouden; dat kost energie en middelen. Je moet snel zaken kunnen afschieten die niet bij je focus passen.”

Abbenhuis waarschuwt voor de ‘zakenpartners’ die uit het niets op je af komen. “Zo gauw je laat weten dat je een bedrijf gaat beginnen, komen er van alle kanten mensen op je af die samen met jou dat bedrijf willen beginnen. Maar die zijn niet allemaal van hoge kwaliteit. Vraag naar hun cv, zodat je kunt zien waar hun expertise ligt en wat ze aan wapenfeiten kunnen laten zien. Vaak zijn ze dan beledigd; dat zegt genoeg. Er zijn veel opportunisten, wees terughoudend met mensen die van alles met je willen.” Dat geldt ook voor de talloze adviseurs die je tegen het lijft zult lopen, vindt Abbenhuis . “Na een pitch op een Kamer van Koophandel-bijeenkomst zei een jurylid over mij: ‘Die man krijgt straks op de receptie een enorme stapel visitekaartjes van communicatie- en organisatieadviseurs. Die moet hij allemaal weggooien en gewoon zichzelf blijven.’ En het klopte, ik had een pak kaartjes, maar aan die mensen heb je geen bal.”

Van Wordragen ziet het anders. “Als je, zoals ik, vanuit een werkgevers­relatie begint, zorg dan dat je al in een vroeg stadium een onafhankelijk adviseur in de arm neemt. Iemand die je allround kan adviseren, die met je meedenkt en jouw belang bovenaan plaatst. Universitaire instanties zijn nooit helemaal neutraal.” Ze wijst ook op het belang van steun van je partner/gezin. “Steun van thuis is essentieel. Je wordt helemaal opgeslokt door je bedrijf en dat moet wel begrepen en gesteund worden.”

Voor jezelf beginnen is niet de makkelijkste weg, maar het is zeker de moeite waard, vinden ze alledrie. Je leert heel veel, over zaken waar je nog niets van wist, maar ook over chemie zelf, meent Abbenhuis. “Ik heb ook op chemisch gebied ontzettend veel geleerd. Doordat je met kortlopende projecten werkt vergroot je je kennis heel snel. Het is een turbulente tijd.” En het blijft spannend, weet De Groot uit ervaring. Hij is blij met de keuze die hij destijds heeft gemaakt. “Absoluut, het is flink aanpoten, maar het werkt ook heel stimulerend. Het blijft hard werken. Steeds denk je dat het rustiger wordt, maar dat is niet zo. Het bedrijf evolueert, je komt in een andere fase en daar komen weer nieuwe dingen bij kijken.”

NSure

NSure ontwikkelt nieuwe methoden, op basis van genexpressieprofielen, om de conditie van plantaardige producten te bepalen. Klanten kunnen die gebruiken om de kwaliteitsklasse van hun product te bepalen of welk vervolg het in de keten moet krijgen. Is het fruit al oogstbaar? Is die partij bloemen nog houdbaar en dus geschikt voor de export? Dat soort vragen kan NSure beantwoorden. Monique van Wordragen: “NSure is een testlab, wij leveren bemonsteringskits aan klanten, die sturen ze terug en dan voeren wij de analyse uit. We hebben nu tests voor boomkwekerijen en peren en werken hard aan tests voor rozen, aardbeien, chrysanten en aardappelen. Voor de toekomst – maar dat duurt nog wel een paar jaar – werken we aan testapparaatjes waarmee klanten op locatie zelf de analyse kunnen doen.”

Hybrid Catalysis

Hybrid Catalysis ontwikkelt nieuwe katalysatoren en drijft op de lange onderzoeks­ervaring van Erik Abbenhuis op dit gebied. Hybrid Catalysis financiert dit uit een STW Valorisation Grant. Abbehuis: “Die gebruiken we om onze eigen innovatie te versterken. Als bedrijven een plan hebben waarvan wij geloven dat onze katalysatoren het goed zullen doen, dan bieden we aan om de klus in eerste instantie voor niks te doen. Besluit het bedrijf om vervolgens toch geen gebruik te maken van onze katalysatoren, dan betaalt het alsnog de gemaakte projectkosten. Voor bedrijven is dit een unieke kans op gratis katalysatoren en voor ons een ideale mogelijkheid om onze producten te testen, verder te ontwikkelen en aan de man te brengen.”

Syntarga

De basis van Syntarga ligt in het promotieonderzoek van Vincent de Groot, dat nieuwe linker-chemie heeft opgeleverd. “Wij zijn echt een organisch chemisch bedrijf, maar onze toepassingen liggen in de biomedische sector. Onze unieke chemie zetten we in voor tumortargeting. Potente anti-kankergifstoffen via linkers koppelen aan antilichamen, daar ligt onze grootste toegevoegde waarde voor de biotech- en farma­ceutische industrie.”

Bron: C2W Carrière Magzine 2007

Onderwerpen