Chemotherapie helpt bij het kweken van resistentie tegen zichzelf door ook de gezonde cellen rond een tumor te beschadigen. Als je dat effect kunt onderdrukken, zou chemo veel langer effectief moeten blijven. Dat suggereren althans Amerikaanse onderzoekers in Nature Medicine.

De Amerikanen keken naar de eiwitten, die voorkomen in de micro-omgeving van een prostaattumor. Met name een eiwit genaamd WNT16B blijkt in verhoogde mate te worden aangemaakt zodra je cytotoxische chemotherapie op zo’n tumor loslaat. En WNT16B blijkt inderdaad de overlevingskansen van tumorcellen te verhogen.

Nader onderzoek leert dat die WNT16B niet wordt aangemaakt door de tumor zelf maar door de fibroblastcellen die er omheen zitten. De chemo beschadigt namelijk ook het DNA van die cellen, die normaal gesproken een belangrijke rol spelen bij de genezing van wonden.

De fibroblasten willen hun eigen DNA repareren en produceren daartoe WNT16B. Een deel van dat eiwit lekt vervolgens weg naar de tumor, die dus óók de door de chemo veroorzaakte schade voor een deel kan repareren.

Dat uitzaaiingen bij 90 procent van de patiënten uiteindelijk resistentie tegen chemo ontwikkelen, zou dan moeten komen doordat ze er dankzij WNT16B meer gelegenheid voor krijgen.

De onderzoekers leggen een verband met de gewoonte om chemo niet continu toe te dienen maar eens in de zoveel dagen of weken, teneinde de patiënt niet al te veel te beschadigen. Bekend is al dat het tumorweefsel zich tijdens de tussenpozen steeds sneller gaat herstellen, en dat herstel zou dan met WNT16B te maken moeten hebben.

Hoe het allemaal precies in elkaar zit, weten ze overigens nog lang niet.

Het zou een nieuwe stimulans kunnen zijn om chemokuren te ontwikkelen die echt alleen inwerken op tumorspecifieke moleculaire mechanismes, en het gezonde weefsel zo veel mogelijk heel laten.

bron: Nature Medicine, BBC News

Onderwerpen