Pigment producerende huidcellen beschikken over een geurreceptor, en als die wordt geactiveerd maken ze meer pigment aan. Wellicht kan de cosmeticabranche er iets mee, suggereren Hanns Hatt en collega’s van de Ruhr-Universität Bochum.
Serieuzer is hun idee om er melanomen mee aan te pakken omdat zo’n pigmentcel (melanocyt) er óók langzamer door blijkt te gaan groeien en delen.
De geurreceptor heet 51E2, en behoort tot de G-eiwitgekoppelde receptoren. Hij komt ook voor in de neus en eerder is vastgesteld dat hij daar reageert op bètajonon (4-(2,6,6-trimethyl-1-cyclohexeen-1-yl)-3-buten-2-on, zie afbeelding). Bètajonon is een natuurlijke stof die ruikt naar viooltjes.
Het directe, meetbare effect is dat de Ca2+-concentratie in de cel omhooggaat. In de neus is dat het signaal dat de aanwezigheid van bètajonon is opgepikt. In een melanocyt activeert het vermoedelijk heel andere signaalroutes; Hatt heeft nog niet kunnen achterhalen welke, maar kennelijk zet het uiteindelijk de enzymen voorde productie van het pigment melanine aan. Dat de cel daardoor minder groeit zou een kwestie kunnen zijn van niet alles tegelijk kunnen.
Op de vraag wat een melanocyt in vredesnaam heeft aan een receptor die reageert op bètajonon, gaat Hatts publicatie in het Journal of Biological Chemistry in het geheel niet in. Vermoedelijk wordt 51E2 in melanocyten ook geactiveerd door een heel andere stof, waarvan de identiteit nog niet bekend is.
bron: Ruhr-Universität
Nog geen opmerkingen