Groeivertraging van kleine kinderen in tropisch Afrika is vooral te wijten aan mycotoxines in hun maispap. En dus niet aan gebrekkige voedingswaarde van die maispap, zo stellen onderzoekers van de Universiteit Gent en het Instituut voor Tropische Geneeskunde in Antwerpen.

Ze beginnen dan ook te vermoeden dat het idee om ondervoeding aan te pakken met extra vitamines in diezelfde maispap, enige bijstelling behoeft.

 

Tot nu toe is aan die mycotoxines, die worden geproduceerd door schimmels, eigenlijk nooit veel aandacht besteed. Alleen voor aflatoxines op beschimmelde noten werd een uitzondering gemaakt, omdat daarvan bekend is dat ze kankerverwekkend zijn.

 

Maar in het tijdschrift Molecular Nutrition and Food Research melden Patrick Kolsteren en collega’s nu een keihard verband tussen een ander schimmeltoxine, namelijk fumonisine, en groeiachterstand bij kleine kinderen op het platteland van Tanzania. Moeders hebben daar de gewoonte om hun baby’s maispap te gaan geven op het moment dat de borstvoeding niet meer voldoende is. En vaak blijken die kinderen vanaf dat moment veel langzamer te gaan groeien.

 

Al in 2004 constateerden de onderzoekers dat het verhogen van de voedingswaarde van die maispap niet hielp tegen de groeiachterstand. Ze wisten dat er wel eens een verband was gezien tussen aflatoxines en groeivertraging. Er zaten echter geen aflatoxines in de pap, dus gingen ze op zoek naar andere mycotoxines.

 

Ze betrokken de moeders van 215 baby’s bij het onderzoek. Ze noteerden hoeveel maispap elk king gemiddeld per dag at, en maten met HPLC het fumonisinegehalte van de gebruikte mais. Dat laatste gehalte bleek sterk uiteen te lopen. 191 van de 215 kinderen kregen mais, bij 131 kinderen bevatte die mais daadwerkelijk fumonisines, en daarbij varieerde de hoeveelheid van 21 tot 3.201 microgram per kilo mais.

 

De Wereldgezondheidorganisatie beschouwt 2 microgram fumonisines per kilo lichaamsgewicht en per dag als het maximum. 26 van de onderzochte kinderen zaten daar duidelijk boven. En inderdaad waren die na 12 maanden 1,3 cm korter en 328 gram lichter dan gemiddeld.

 

Het lijkt dus een goed idee om mais regelmatig te checken op fumonisines. Of beter nog: om het zó op te slaan dat het niet beschimmelt.

 

bron: Instituut voor Tropische Geneeskunde

Onderwerpen