Kleine moleculen die op een atoom botsen, kunnen daarbij áchter dat atoom terecht komen. Met het omschrijven van atomen als mini-biljartballetjes moet je dus uitkijken, schrijven Nijmeegse fysici in Nature Chemistry.

De verklaring is te vinden in de kwantummechanica, die deeltjes ook een golfkarakter meegeeft. Een botsing van twee golven levert interferentie op, en nieuwe golven kunnen alle richtingen op gaan. Achter het getroffen atoom levert dat een soort diffractiepatroon op,

Samen met een groep uit Oxford probeerden Jolijn Onvlee, Bas van de Meerakker en collega’s het uit met stikstofmonoxideradicalen als projectiel, en diverse edelgassen als doelwit.

Je blijkt het diffractiepatroon dan te kunnen beschrijven met een zogeheten Fraunhofermodel, dat normaal gesproken wordt gebruikt voor lichtgolven. De pieken in het patroon zijn te relateren aan de - door het toeval bepaalde - hoek die de NO-radicalen maken met het atoom op het moment dat ze het raken.

Op het moment dat een dergelijke botsing de opmaat is voor een chemische reactie, zal dit effect ongetwijfeld effect hebben op de onderlinge energieoverdracht. Volgens Onvlee dragen deze resultaten dan ook ‘bij aan een beter begrip van extreem gecompliceerde chemische processen, die bijvoorbeeld in de ruimte, de atmosfeer en in verbrandingsmotoren plaatsvinden.’

bron: FOM, Nature Chemistry