Stoffen vaak niet juist opgeslagen

Met de veiligheid van scheikundepractica in het middelbaar onderwijs is veel mis. Dat valt op te maken uit een rapport dat zojuist is gepubliceerd door de Arbeidsinspectie.

Het rapport is gebaseerd op 514 controles en bezoeken bij in totaal 236 vmbo-, mbo- en vo-onderwijsinstellingen. Daarbij werd in 9 van de 10 gevallen minstens één overtreding van de Arbowet geconstateerd.

“In natuur- en scheikundelokalen en laboratoria kwamen overtredingen voor met gevaarlijke chemicaliën. Hier ontbrak bijvoorbeeld een lekbak of waren de stoffen niet juist opgeslagen. Bij onjuiste opslag kunnen verschillende stoffen samen leiden tot bijvoorbeeld brand”, aldus het rapport.

Opvallend is dat met geen woord wordt gerept over de recente stroom van berichten over uitgekristalliseerd picrinezuur, waar telkens de Explosieven Opruimingsdienst aan te pas moet komen.

Verrassend is de waarschuwing voor het gevaar van stofexplosies in houtbewerkingslokalen. Veel schoolleidingen blijken nog nooit te hebben gehoord van het belang van goede stofafzuiging en Atex-gecertificeerde apparatuur, wellicht omdat ze ook nog nooit hebben gehoord dat er daadwerkelijk iets ontplofte.

Even verderop wordt het gevaar een beetje gerelativeerd: “Door de grote verscheidenheid aan activiteiten in een onderwijsinstelling is er een diversiteit aan gevaarlijke stoffen. Echter op een aantal uitzonderingen na heeft men binnen het voortgezet onderwijs niet te maken met de aanwezigheid van grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen. Het is voor werknemers en leerlingen wel zeer belangrijk dat ze weten waarmee ze werken, hoe ze ermee moeten omgaan en hoe de stoffen dienen te worden opgeslagen.”

Aan dat laatste mankeert inderdaad nog wel eens iets. Het rapport maakt melding van een incident waarbij de inspecteur de lessen in een scheikundelokaal per direct stillegde nadat een docent een hoeveelheid spiritus had laten ontploffen. Verschillende leerlingen liepen brandwonden op. “Er bleek in het lokaal van alles op arbo-gebied mis te zijn.”

Ook wordt melding gemaakt van een detailhandelsopleiding die leerling-kassières liet oefenen met echte flessen chloor.

“De Arbeidsinspectie vindt het extra belangrijk dat deze risico’s worden aangepakt omdat het gaat om leerlingen op een leeftijd waar ongelukken door onervarenheid of onoplettendheid op de loer liggen. Leerlingen zijn bovendien de toekomstige werknemers. Het is daarom van belang dat veilig en gezond werken in de opleiding goed wordt aangeleerd”, aldus het rapport.

Een beetje wonderlijk is dan wel de volgende opmerking: “Een goede ontwikkeling is het gebruik van Chemistrycomputerprogramma’s waarin scheikundeproeven worden gesimuleerd. Groot voordeel: Er ontploft niks!”

Of dát nu de meest geschikte manier is om veilig te leren werken, is een interessant didactisch vraagstuk.

bron: Arbeidsinspectie

Onderwerpen