Brandstoffen uit algen kunnen ooit duurzaam worden. Maar bij de huidige stand der techniek zijn ze kansloos, concludeert de National Research Council (NRC) in een lijvig rapport dat vorige week verscheen.

Daarmee vertellen de Amerikanen natuurlijk niks nieuws, maar ze doen het wel op een gezaghebbende manier.

Het rapport was besteld door het Amerikaanse ministerie van Energie (DoE), dat in een ver verleden veel geld in algenbrandstofonderzoek heeft gestoken maar al in 1996 de moed opgaf. De NRC, een van de Amerikaanse academies van wetenschappen, heeft een commissie van 15 experts op het onderwerp gezet. Die zetten alle bestaande algenkweektechnieken op een rij. En de conclusie luidt dat ze simpelweg nog niet efficiënt genoeg zijn om - bijvoorbeeld - 39 miljard liter brandstof per jaar te produceren, zijnde 5 procent van de Amerikaanse behoefte aan transportbrandstoffen.

Een van de grootste struikelblokken lijkt de behoefte aan zoet water te worden. Afhankelijk van het proces heb je 3,15 tot 3.650 liter water nodig voor één liter brandstof, dus minstens 123 miljard liter voor die 5 procent bijmenging en waarschijnlijk nog veel meer.

Daarnaast is voor deze hoeveelheid 6 tot 15 miljoen ton stikstof en 1 tot 2 miljoen ton fosfor nodig als mest, respectievelijk 44 tot 107 en 20 tot 51 procent van het totale huidige verbruik in de VS.

Sommige van de onderzochte processen verbruiken trouwens meer energie dan er aan biobrandstof uit komt. En zelfs de best presterende processen zitten op het randje van wat duurzaam is. In de literatuur wordt een ‘energy return on investment’ (EROI) van minimaal 3 genoemd als voorwaarde; de verschillende algenprocessen zitten ergens tussen de 0,13 en 3,33.

De commissie concludeert dat de genoemde problemen geen van allen onoverkomelijk lijken, maar dat je er wel oplossingen voor zult moeten zien te vinden vóórdat opschaling van de algenbrandstofproductie ook maar een schijn van kans maakt.

Uiteraard kun je algenkweek veel sneller rendabel maken als je het niet voor de brandstof doet, maar voor de eiwitten en andere hoogwaardige componenten van algenbiomassa. Maar ten eerste heb je het dan over een veel kleinere afzetmarkt. En ten tweede: leg het maar eens aan beleidsmakers en beleggers uit.

bron: C&EN

Onderwerpen