Met plastic verpakkingen kun je nog beter je eigen 3D-printer voeden dan de gemeentelijke recycling-container. Spaart geld en kan enorm schelen in het energieverbruik, rekenen onderzoekers van Michigan Tech voor in het Journal of Cleaner Production.

Waarbij de besparing met name zit in het transport. Zeker in een dun bevolkt land als de VS is de vrachtauto vaak vrij lang onderweg naar de centrale plasticrecyclingfabriek (en terug).

Dat filament voor de printer kun je daarentegen thuis maken. Vorig jaar presenteerde Michigan Tech-onderzoeker Joshua Pearce een gratis te downloaden ontwerp voor een zelfbouw-extrudertje, de RecycleBot, waarmee dit kan. Als je toch al bezig bent om je eigen printer in elkaar te knutselen, bijvoorbeeld een RepRap, kan dat er ook nog wel bij. Voor iets minder begaafde knutselaars zijn die dingen er trouwens ook als bouwpakket voor 299 dollar plus verzendkosten.

Pearce gebruikt zijn eigen RecycleBot om melkverpakkingen van HDPE-polyethyleen op te smelten, nadat hij ze heeft verkleind met een ordinaire papierversnipperaar. En zijn vakgroep heeft dar nu een heuse life cycle analysis op losgelaten.

Resultaat: in de grote stad, waar de kunststofrecycling relatief goed geregeld is, bespaart de huisvlijt toch nog 3 procent aan energie. Op het platteland kan het tot 70 à 80 procent oplopen. Vergeleken met filament uit ‘maagdelijk’ plastic is het verschil nog groter, en dan hebben we het nog niet eens over de prijs gehad.

De onderzoekers moeten toegeven dat HDPE verre van optimaal is voor 3D-prints, onder meer omdat het bij afkoeling nogal krimpt. Maar voor gadgets en siervoorwerpen is het uitstekend te gebruiken. En wie weet wat er kan met andere soorten kunststofafval?

Eén puntje hebben de bedenkers dan wel over het hoofd gezien: die uitgeprinte gadgets krijg je niet meer door de papierversnipperaar, dus die zul je weer op de klassieke manier moeten recyclen…

bron: Michigan Tech

Onderwerpen