Lichamelijke inspanning leidt tot selectieve demethylering van DNA en verhoogt zo de expressie van bepaalde genen die betrokken zijn bij de energievoorziening. Die verrassende conclusie trekken Juleen Zierath (Karolinska-instituut, Stockholm) en collega’s in het tijdschrift Cell Metabolism.

Tot nu toe werd algemeen aangenomen dat methylering van DNA, zeker bij volwassenen, een permanente rem zet op de genetische expressie. Dat het proces tijdens een uurtje trainen al kan worden teruggedraaid en dus kennelijk onderdeel uitmaakt van een dynamisch regelproces, had vrijwel niemand verwacht.

Zierath heeft het simpelweg uitgeprobeerd. Ze bemonsterde de dijspieren van gezonde jonge volwassenen, zowel vlak voor als vlak na een rondje op de hometrainer. Die biopten gaven een toename te zien van de expressie van 3 genen genaamd PGC-1 alfa, PDK4, and PPAR-delta. De zogenaamde promoters, dat zijn de stukken DNA die deze genen aanzetten, bleken na de training duidelijk gedemethyleerd, waarbij er ook nog een verband was te zien met de hoeveelheid inspanning.

Hoe het precies kan snapt ze ook nog niet, maar ze heeft wel een paar aanwijzingen. Zo zie je hetzelfde gebeuren bij in vitro gekweekt muizenspierweefsel, wanneer je het elektrisch prikkelt zodat het zich samentrekt. Kennelijk is de spiercontractie dus de trigger, niet de signaalstof die normaal gesproken voor die contractie zorgt.

Punt twee is dat je het effect ook ziet wanneer je die spiercellen-in-vitro behandelt met een overdosis caffeïne. Volgens Zierath is het effect van caffeïne op spierweefsel dat er calcium vrijkomt, iets wat ook bij spiercontractie gebeurt. Het zou dus heel goed kunnen dat die calciumionen op de een of andere manier het demethyleringsproces aanzwengelen, al is het nog een raadsel hoe precies.

In alle gevallen houdt het in dat de wetenschap mag concluderen dat ze van die hele (de)methylering eigenlijk nog heel weinig snapt. Maar er wordt aan gewerkt.

bron: news@nature

Onderwerpen