Voor het eerst is er een betrouwbare ademtest die aangeeft of je cannabis, opiaten of amfetamines hebt gebruikt. Voor de geteste persoon is dat prettiger dan urine moeten afstaan, stellen onderzoekers van het Karolinska-instituut in Stockholm in het Journal of Chromatography B.

Wat ze daarbij in feite testen zijn de fijne vloeistofdruppeltjes (aerosolen) in de uitgeademde lucht. Dat vocht komt grotendeels van de wanden van de luchtwegen en vermoedelijk blijven restjes drugs daar in hangen, al staat nog niet onomstotelijk vast dat het echt zo werkt.

Die vloeistofdruppels worden opgevangen in een microfilter, geëxtraheerd met methanol en vervolgens opgespoord met LC-MS/MS, dus tandem-massaspectrometrie voorafgegaan door vloeistofchromatografie. Die combinatie is gevoelig genoeg om 6 picogram drugs per microfilter te kunnen opsporen. Volgens de auteurs voldoende om aan te tonen óf iemand drugs heeft gebruikt; hoe veel het precies was haal je er voorlopig niet uit, maar bij een zero-tolerancebeleid is die vraag minder interessant.

De methode is tot nu toe gevalideerd voor amfetamine, methamfetamine, 6-acetylmorfine, morfine, cocaïne, benzoylecgonine, diazepam, oxazepam en tetrahydrocannabinol.

Toepassing bij verkeerscontroles ligt voor de hand, maar laatste auteur Olof Beck vermoedt ook belangstelling van werkgevers die hun personeel willen testen. Nadeel is voorlopig wel dat de gebruikte lab-apparatuur te groot en te gevoelig is om achterin een (politie)busje te zetten, zodat je de volgeblazen microfilters naar dat lab zult moeten opsturen. Maar dat geldt voor die urinemonsters net zo goed.

bron: Elsevier