Het genoom van de aardappel is bijna helemaal gekraakt. Daarmee wordt een stuk duidelijker op welke genen je precies moet letten als je piepers wilt kweken die resistent zijn tegen de belangrijkste aardappelkwalen, zo meldt een consortium van 26 onderzoeksinstituten op de website van Nature.

Dat het aardappelgenoom niet veel eerder is gesequenst, lag aan de complexiteit ervan. De meeste aardappels zijn ‘sterk heterozygoot autotetraploïd’: ze hebben 4 sets chromosomen in plaats van de gebruikelijke 2, en tussen die 4 zit een hoop verschil. Waar nog bij komt dat de aardappel bijna tweemaal zo veel genen heeft als de mens, 39.031 om precies te zijn.

Vandaar dat de onderzoekers uiteindelijk een speciale ‘researchpieper’ hebben gekweekt. Ze gingen uit van een primitief Zuid-Amerikaans aardappelras dat van nature maar 2 sets chromosomen heeft. Daarvan maakten ze een ‘dubbel monoploïde’ kloon, met 2 identieke exemplaren van 1 van die twee chromosomensets. Die ‘DM’-aardappel ging vervolgens de sequenser in, en tot nu toe heeft men 86 procent van het 844.000.000 basen tellende genoom nauwkeurig in kaart weten te krijgen.

Ter vergelijking hebben de onderzoekers ook nog geprobeerd om een deel van het genoom van een ‘gewone’ diploïde Zuid-Amerikaanse aardappel te sequensen. Er kwam inderdaad uit dat er heel veel variatie in aardappelchromosomen bestaat: als je beide chromosomensets van deze aardappel naast elkaar legt, zie je gemiddeld 1 puntmutatie (SNP) per 29 basenparen en 1 insertie of deletie per 253 basenparen.

Waar al die 39.031 genen precies goed voor zijn, is uiteraard nog niet duidelijk. Maar er zitten er ruim 800 tussen die zeer sterk lijken op genen waarvan bekend is dat ze te maken hebben met resistentie tegen onder meer de aardappelziekte (Phytophthora).

Eer je echt iets aan deze kennis hebt is echter nog veel meer onderzoek nodig, waarschuwen de auteurs.

bron: naturenews

Onderwerpen