En wéér bleek de Ig Nobelprijs voor Scheikunde nauwelijks het vermelden waard. Een Portugese studie uit 1990 over speeksel als poetsmiddel, iets leukers konden ze niet vinden.

In 2017 en in 2014 sloegen ze het vakgebied zelfs helemaal over, in 2016 ging de prijs voor ‘onderzoek dat je eerst laat lachen en dan aan het denken zet’ naar de sjoemelsoftware van Volkswagen – geen chemische, maar een politieke keuze.

Toen ik dit schreef, moest de échte Nobelprijs voor Scheikunde nog worden uitgereikt. Inmiddels weten we wie de winnaars zijn, en ze hebben het volkomen verdiend. Maar de onderwerpkeuze bevestigt eens te meer dat ook die formule wat sleets begint te worden. De nano-autootjes van 2016 waren een leuke verrassing, maar Stockholm komt onderhand wel erg vaak met onderzoek dat net zo goed de prijs voor fysica of geneeskunde had kunnen winnen. Harde chemie komt zelden meer aan bod.

Misschien is dat niet zo vreemd. Ook een Nobelprijscomité wil pronken met zijn prijzen. Iets met fraaie plaatjes en een duidelijke link naar het dagelijks leven doet het dan beter dan, zeg, een metathesereactie waarvan alleen een doorgewinterde organicus het belang inziet. Met koolwaterstoffen zónder wieltjes haal je anno 2018 alleen nog de krant omdat ze daar Nobelprijzen beschouwen als een moetje. Niet omdat het de redactie werkelijk interesseert – laat staan de lezers.

Het probleem met de chemie is een schrijnend gebrek aan aansprekende doorbraken, en een overschot aan verbeteringen op de vierkante millimeter. Zelfs voor dit tijdschrift wordt het langzamerhand lastig nieuwsonderwerpen te vinden die een brede groep van moleculaire wetenschappers kunnen boeien, en niet alleen specialisten die dicht bij de bron zitten. Wat heb je aan knap onderzoekswerk als je eerst een hele pagina nodig om het mineure deelprobleempje uit te leggen waarvoor het een oplossing biedt? Geen wonder dat veel chemici niet warmlopen voor open access. Zelfs als hun publicaties gratis zijn, gaat niemand ze lezen.

Kijk uit, mensen. Zelfs de life sciences, waar nu nog wél doorbraken worden gescoord, moeten beseffen dat de mensheid niet eeuwig warm blijft lopen voor de zoveelste opgehelderde eiwitstructuur. Verzin dus tijdig iets nieuws, als je kunt. Kun je het niet, probeer je onderzoek dan in elk geval interessant te laten líjken. Anders kun je het allemaal vergeten: de Nobelprijs, de Ig Nobelprijs, én je baantje.

Arjen Dijkgraaf, vakredacteur