Zoogdiercellen maken zélf de gifstof formaldehyde aan, als essentieel onderdeel van hun metabolisme. Foliumzuur dient daarbij als grondstof en dat doet de vraag rijzen of je van dat voedingssupplement ook te veel kunt innemen. Vooral wanneer je een kankercel bent, blijkt uit een publicatie in Nature.

Tot nu toe stond alleen vast dat mensen te weinig foliumzuur binnen kunnen krijgen, vooral wanneer ze zwanger zijn. En formaldehyde werd beschouwd als een stof die ze alleen binnenkrijgen dankzij milieuvervuiling.

Dat formaldehyde is toxisch omdat het DNA-strengen permanent chemisch aan elkaar knoopt zodat ze niet meer zijn af te lezen. Sinds kort is bekend dat cellen er een dubbele verdediging tegen hebben. Het enzym alcoholdehydrogenase 5 (ADH5) zet formaldehyde om in formaat, het anion van mierenzuur. En als dat niet helpt is er een reparatiemechanisme dat de DNA-strengen weer ontkoppelt.

Britse onderzoekers onder leiding van Ketan Patel hebben nu om te beginnen ontdekt dat formaldehyde ook in het lichaam zelf ontstaat. Het is één van de producten van de ontleding van folaat, het anion van foliumzuur.

En cellen blijken dat formaldehyde vervolgens te kunnen doorsluizen naar het zogeheten one carbon metabolism, zo genoemd omdat het fragmenten met maar één koolstofatoom verplaatst van het ene naar het andere molecuul. Dit stukje metabolisme, ook bekend als de 1C-cyclus, is onder meer essentieel voor de productie van adenine en guanine, twee van de vier ‘letters’ in DNA.

De fragmenten komen vooral voort uit afbraak van het aminozuur serine, maar formaat is ook als zodanig bruikbaar. En door formaldehyde te labelen met koolstof-13 hebben Patel en collega’s nu laten zien dat cellen deze stof kunnen gebruiken als bron van formaat: je vindt die koolstof-13 gewoon in de producten van de 1C-cyclus terug. Mogelijk dient het als back-up bij tijdelijk gebrek aan serine.

Patel concludeert dat in zoogdiercellen eigenlijk sprake is van een complete formaldehydecyclus, die zorgt dat de concentratie te laag blijft om een risico te vormen. Die cyclus lijkt overigens prima bestand tegen een beetje extra foliumzuur. Mogelijk moet je er alleen mee uitkijken wanneer je door een zeldzame mutatie één van beide verdedigingsmechanismes mist.

En dat laatste is onder meer het geval bij BRCA-1 en BRCA-2, twee erfelijke vormen van borstkanker. Die cellen staan er om bekend dat het DNA-reparatiemechanisme niet goed werkt. Met een combinatie van foliumzuurderivaten en een stof die ADH5 blokkert zou je zulke cellen selectief kunnen doden zonder dat gezond weefsel er last van heeft, vermoedt Patel.

bron: Medical Research Council