Het menselijk immuunsysteem dankt zijn veelzijdigheid aan een enzym dat van zijn werk een zooitje maakt. Het vergroot de variatie in de collectie antilichamen (immunoglobulines) door ‘random’-mutaties in de bijbehorende DNA-code te genereren, claimt Myron Goodman (Dornsife College, University of Southern California) in het Journal of Biological Chemistry.

Het enzym in kwestie heet deoxycytidine deaminase, afgekort AID. Het ‘scant’ enkelstrengs DNA en zet hier en daar een cytosine-base om in uracil. Daarmee verandert de genetische code: uracil is in die code immers het RNA-equivalent van thymine.

 

Je zou verwachten dat zo’n enzym dat alleen op voorgeprogrammeerde plaatsen doet. Inderdaad wordt gesuggereerd dat het in principe zoekt naar een bepaald ‘motief’ van drie opeenvolgende basen.

 

Maar in de paktijk blijkt AID uiterst inefficiënt te werken, zeker voor een enzym. Het stuitert als het ware heen en weer langs het DNA en komt maar bij gemiddeld 3 procent van de voorkeursmotieven, die het tegenkomt, daadwerkelijk aan deamineren toe.

 

 

Het gevolg is volgens de auteurs dat de DNA-code voortdurend verandert en dat je dus ook telkens subtiel andere antilichamen krijgt. Wat dan weer de kans vergroot dat er voor een binnenkomend antigeen een passend antilichaam voorhanden is.

 

Hoe het komt dat het enzym alleen het deel van de code voor immunoglobulines te pakken neemt dat voor de binding met antigenen codeert, zonder daarbij een enorme hoeveelheid collaterale schade aan te richten, is intussen nog niet duidelijk.

 

bron: USC

Onderwerpen