Lage absolute vochtigheid goed voor influenzavirus

Het influenzavirus gedijt het beste bij een lage luchtvochtigheid. En dan moet je niet kijken naarde relatieve vochtigheid maar naar de absolute, zo schrijven onderzoekers van Oregon State University deze week op de website van PNAS.

Het verklaart waarom griepepidemieën bij voorkeur in de winter toeslaan. De relatieve vochtigheid is temperatuurafhankelijk, de absolute is dat niet. Zelfs als het ’s zomers droog aanvoelt, is de absolute vochtigheid vaak een stuk hoger dan gemiddeld in de winter.

Jeffrey Shaman en Melvin Kohn hebben nog eens goed gekeken naar een studie die twee jaar geleden in PLoS Pathogens verscheen. Daarbij werden grieperige cavia’s gehouden in kooien met klimaatregeling. Bij 20 verschillende combinaties van temperatuur en relatieve vochtigheid werd gekeken in hoeverre de dieren in staat waren om de griep over te dragen op een gezonde soortgenoot in de kooi ernaast.

De studie bevestigde datgene wat menselijke grieppatiënten al eerder hadden ontdekt, namelijk dat het virus het besmettelijkst is in droge en koude lucht. Maar een eenduidige relatie tussen de vochtigheid en de overlevingskansen van het virus kon men toen niet vinden.

In Oregon hebben ze nu de gegevens opnieuw nagerekend en ontdekt dat die relatie er wél is. Indertijd is alleen gekeken naar de relatieve vochtigheid, uitgedrukt in procenten van de concentratie die je bij een gegeven temperatuur nodig hebt om het vocht tot een wolkje te laten condenseren. Wat voor het influenzavirus telt is de absolute hoeveelheid vocht in de lucht, uitgedrukt in het aantal watermoleculen per liter.

Wat de reden is voor deze voorkeur van het virus, is niet onderzocht.

bron: Oregon State University

Onderwerpen