Dat je de belletjes in een glas Guinness-bier tijdens het tappen omlaag ziet gaan in plaats van omhoog, heeft alles te maken met de traditionele vorm van dat glas. Dat hebben onderzoekers van de universiteit van Limerick, Ierland, aangetoond met behulp van computersimulaties.

Om precies te zijn komt het door de schuine wand van zo’n Iers bierglas (of een Brits glas, die zijn hetzelfde), zo melden William Lee en collega’s op de arXiv-website.

De gasbellen ontstaan onderin en stijgen vervolgens recht omhoog, precies zoals je zou verwachten. Daarbij daalt de dichtheid van de vloeistof in de kolom boven die bodem.

De vloeistof in het schuine gedeelte, vlak naast de wand, zit echter niet recht boven de bodem. Daar komen dus geen opstijgende gasbellen in terecht. De dichtheid ter plekke daalt dus niet.

Gevolg: een vloeistofstroming van boven naar beneden, langs de wand. Deze zuigt gasbellen mee van boven naar beneden. En aangezien Guinness zo ondoorzichtig is als dropwater, zie je van buiten alleen die neergaande stroom langskomen.

Het effect wordt nog versterkt doordat Guinness, net als veel andere stout-bieren, naast koolstofdioxide ook stikstof bevat. Stikstofbellen lossen niet gemakkelijk in de vloeistof op en blijven daardoor langer zichtbaar.

Zou je beschikken over een ‘omgekeerd’ bierglas dat naar boven toe steeds nauwer wordt, dan zo je de bellen gewoon omhoog zien gaan, zo bevestigen vloeistofdynamica-simulaties. Je kunt het volgens de Ieren trouwens ook uitstekend zien in een cilindrisch glas dat je tijdens en na het tappen een klein beetje schuin houdt.

Waar wij alleen maar aan kunnen toevoegen: ‘geniet, maar experimenteer met mate’.

bron: BBC News

Onderwerpen