Om de band met de nationale chemische verenigingen te versterken organiseerde Chemistry Europe op 19 en 20 mei de tweede editie van de early career researchers meeting. Geert-Jan Graulus (Universiteit Hasselt) vertegenwoordigde de KVCV en deelt zijn indrukken.

De reis naar de kantoren van Chemistry Europe in Weinheim had al iets poëtisch: ik verliet België via de E314 en begon na chemiecluster Chemelot in Geleen aan mijn reis zuidwaarts om drie uur later, even voorbij de installaties van BASF Ludwigshafen, de snelweg te verlaten. Er volgden twee goed gevulde dagen met presentaties en groepsdiscussies over het publicatieproces. We leerden welke rol de editors spelen en waarom het soms wel heel lang duurt om voldoende reviewers. De uiteenzettingen werden steeds gevolgd door groepsgesprekken waarin vanuit de jonge onderzoekers concrete aanbevelingen werden geformuleerd om het proces verder te stroomlijnen.

Een centraal element in het hele programma was de deelname van de hoofdredacteurs van de verschillende Chemistry Europe tijdschriften. Plots waren die editors méér dan namen op de website of in de aanhef van een coverletter. De editors deelden dezelfde bekommernissen en bezorgdheden omtrent wetenschappelijke publicaties. Dit kwam tot uiting in een tweede luik van de meeting waarin de focus lag op wetenschapscommunicatie. Zowel auteurs als uitgevers willen niets liever dan dat de gepubliceerde artikels worden gelezen. In verschillende workshops werden tips gedeeld over het effectief verspreiden, o.a. via sociale media, van publicaties. Het populariserende tijdschrift Chemistry Views moet in dat opzicht zeker worden vermeld als bondgenoot.

Open access

De sfeer tijdens de meeting was zeer open en constructief, waardoor ook enkele heikele punten aan bod kwamen. Eén daarvan betreft de evolutie richting open access, die actief wordt gepromoot door Europese en nationale financieringskanalen. De bijkomende hoge kosten zetten echter druk op de onderzoeksmiddelen. De editors zaten duidelijk verveeld met deze kritische opmerking en probeerden te sussen met het feit dat we ons in een overgangsfase bevinden. Verschillende Europese landen, waaronder Nederland, maken al afspraken om de reeds gemaakte kosten voor open acces publicaties in mindering te brengen bij het aanbieden van abonnementsformules voor universiteitsbibliotheken. Niemand betaalt immers graag tweemaal voor dezelfde content. Het is dan aan de universiteiten om ervoor te zorgen dat de vrijgekomen middelen terugvloeien naar de onderzoekers. Laat ons hopen dat ook Vlaanderen dit voorbeeld spoedig zal volgen.

Wat Chemistry Europe betreft moet het ten slotte gezegd worden dat zowel de auteurs als de chemische verenigingen heel wat terug krijgen. De editors werken actief mee aan het promoten van de artikels en de chemische verenigingen ontvangen royalty’s op basis van het aantal artikels dat vanuit elk land worden gepubliceerd in de Chemistry Europe tijdschriften. Met die royalty’s kunnen de chemische verenigingen incentive awards en reiskredieten aanbieden. KVCV- en KNCV-leden hebben er dus alle baat bij om de Chemistry Europe tijdschriften te overwegen voor al hun toekomstige bijdragen.