Stikstof (N) afkomstig van de landbouwindustrie en de steden, dat in stromend water en rivieren terechtkomt, draagt meer bij aan de toename van lachgas (N2O) in de atmosfeer dan gedacht, volgens onderzoekers van Environmental Protection Agency in Cincinnati Ohio.N2O behoort tot de broeikasgassen in de atmosfeer en brengt schade toe aan de ozonlaag.

N2O is het product van het denitrificatieproces, anaerobe ademhaling, van sommige micro-organismen. Deze bacteriën zetten vaste stikstofverbindingen, in de vorm van nitraat (NO3-), om in stikstof (N2) en N2O. Door de komst van de intensieve landbouw en de verstedelijking komen veel van de vaste stikstofverbindingen, uit meststof en huismest, in de rivieren terecht.

 

Uit de studie, gepubliceerd in Proceedings of the National Academy of Sciences, blijkt nu dat dankzij die extra stikstof, stromend water en rivieren meer N2O produceren dan iedereen dacht. De onderzoekers hebben hiervoor 72 waterstromingen in de VS onderzocht. Door NO3- te markeren met isotoop 15N en te kijken hoeveel gemarkeerde N2O daaruit ontstaat, kon de hoeveelheid N2O afkomstig uit deze rivieren bepaald worden.

 

Het resultaat: Meer dan 10 % van de N2O in de atmosfeer is afkomstig uit stromend water/ rivieren. Dat is drie maal meer dan wat er door de Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) werd aangenomen, aldus hoofdonderzoekers Jake Beaulieu en Jennifer Tank.

 

Beaulieu en Tank stellen voor om de hoeveelheid N2O in de atmosfeer te reduceren door het gebruik van kunstmest in de landbouwindustrie te beperken.

 

Bron: Proceedings of the National Academy of Sciences

Onderwerpen