Een procedé om afgedankt geëxpandeerd polystyreen te ontdoen van de broomhoudende vlamvertrager HBCD lag allang op de plank. Nu wordt het eindelijk in de praktijk gebracht.
Door sloop van gebouwen zullen de komende jaren vele duizenden tonnen geëxpandeerd polystyreen (EPS)-afval vrijkomen. Dit was tot nu toe niet goed te recyclen, wegens de broomhoudende vlamvertrager HBCD. In Terneuzen gaat in 2018 bij broomproducent ICL-IP een proeffabriek van start, waarin deze vlamvertrager wel kan worden afgescheiden. Het proces levert schoon polystyreen op, dat bruikbaar is als grondstof voor nieuwe EPS, en ook het broom is herbruikbaar.
Kostenplaatje? Zo’n €5 miljoen, waarvan voor 30% een Europese subsidie-aanvraag loopt en de rest ingebracht wordt door producenten van EPS en broom zoals ICL-IP en Synbra Technology.
Voldoende bouwafval
‘Een methode om HBCD, hexabroomcyclododecaan, af te scheiden, bestaat al 10 jaar in het laboratorium. Maar we hadden nog geen industriële installaties’, vertelt Lein Tange. Hij is namens broomproducent ICL-IP betrokken bij de recycling van EPS en broom. Tange doelt op een procedé dat is ontwikkeld onder de naam Fraunhofer/CreaSolve. ‘Er was te weinig bouwafval om er een fabriek voor op te zetten.’
Jan Noordegraaf, directeur van EPS producent Synbra Technology, ziet dat nu snel veranderen. ‘EPS is sinds een jaar of veertig, vijftig in gebruik in de bouw. De sloop van panden met EPS komt nu op gang en daarmee ook de afvalstroom van EPS. We verwachten dat er na 2020 in Europa jaarlijks zo’n 500.000 ton EPS met HBCD uit sloopafval afkomstig is.’
Het is nu zaak de beschikbare technologie te vertalen naar een installatie op industriële schaal. De eerste stap in dit proces betreft het oplossen van EPS in een vloeistof. Dit is een niet-toxische koolwaterstof, die gepatenteerd is door het bedrijf CreaCycle. De vloeistof die door het oplossen ontstaat, wordt gefilterd. De polystyreen komt via een verdamper en extruder als granulaat beschikbaar. Dit is zonder verdere bewerking geschikt als grondstof voor EPS. Het is even duur en heeft dezelfde kwaliteit als nieuw materiaal, legt Tange uit. ‘Het gehalte HBCD hierin bedraagt minder dan 100 ppm.’
Verboden onder REACH
Het filtraat bevat een mengsel van diverse vaste stoffen. Dat zijn naast HBCD afvalproducten als verf, cement en zand, die op de EPS-platen zitten. Het filtraat gaat naar de bromine recovery unit, die ICL-IP al sinds 2002 in Terneuzen in bedrijf heeft. Tange: ‘Het is een verbrandingsinstallatie voor gevaarlijke stoffen, die op 1.150 °C werkt en waarin we vloeibare stoffen, pastas en slurries verwerken. Het HBCD wordt omgezet in HBr, dat vervolgens wordt omgezet naar Br2. Na destillatie gebruiken we dit voor de productie van een nieuwe vlamvertrager voor EPS. Dat is PolyFR, een gebromeerde butadieen rubber.’ Deze stof vervangt HBCD, want die stof is vanaf 2018 onder REACH verboden.
De fabriek moet niet te groot worden, aldus betrokkenen. EPS is een laagwaardig materiaal, doordat het een zeer geringe dichtheid heeft. Bij inzamelaars, zoals gemeentewerven en afvalbedrijven, wordt het EPS gecomprimeerd van 20 tot 300 kg/m3. Dan nog loont het niet om het over grote afstanden te vervoeren. Om die reden is er in Europa ruimte voor vele tientallen recyclinginstallaties. Noordegraaf schat dat er voor een halve eeuw werk is voor deze installaties. ‘Pas dan zal alle EPS met HBCD uit de bouw verwijderd zijn.’
Nog geen opmerkingen