Amfibiepeptide zet insulineproductie aan

Het stofje pseudine-2 uit een Zuid-Amerikaanse kikker lijkt een nieuw medicijn te kunnen worden tegen diabetes type 2. In celkweken met betacellen (de insulineproducerende cellen uit de alvleesklieren) werkt het althans erg goed.

Pseudine 2, een kationisch peptide dat in een alfa-helix is gevouwen, zit op de huid van de paradoxale kikker (Pseudis paradoxa). Deze kikker heeft zijn naam te danken aan zijn vreemde ontwikkelroute: deze kikker groeit eerst uit tot een grote larve, waaruit toch een relatieve kleine kikker groeit.

Bij de kikker werkt pseudine-2 vooral tegen bacteriële infecties, maar er was ook al bekend dat het peptide bètacellen kon aanzetten tot insulineproductie. Bij welke concentraties het stofje goed werkte, was nog niet bekend. Ook was het werkingsmechanisme nog niet ontrafeld.

Onderzoekers van de universiteit van Ulster maakten daarom diverse stofjes die op pseudine-2 leken en lieten die los op een kweek van bètacellen. Een analogon waarbij een leucine was vervangen door het basische aminozuur lysine zette betacellen het beste aan tot insulineproductie, er was een toename van 46 procent in insuline bij een peptideconcentratie van 1 nM. Verder bleek het stofje niet toxisch voor de cellen en werkt het calciumonafhankelijk, zo melden de onderzoekers in Biological Chemistry.

Onderzoek naar bioactieve moleculen in kruipend gedierte is niet nieuw. Het diabetesgeneesmiddel exenatide, dat inmiddels op de markt is, is gebaseerd op een hormoon uit het speeksel van het Gilamonster, een soort hagedis.

Bron: BBC News

Onderwerpen