Materiaalkundige Sander Leeuwenburgh onderzoekt aan het Radboudumc regeneratieve biomaterialen. Een boeiend gesprek met een reislustige topwetenschapper die meer hecht aan groei als mens dan aan publicaties.
Sander Leeuwenburgh is niet alleen hoogleraar regeneratieve biomaterialen, hij is ook een vriendelijke en bedachtzame man, zo blijkt uit ons gesprek. Ondanks dat we niet fysiek konden afspreken, brengt dat ook voordelen met zich mee, vindt Leeuwenburgh. ‘Online vergaderen is natuurlijk niet hetzelfde als face-to-face’, stelt hij vast. ‘Maar het scheelt heel veel tijd en gereis. Een tijdje terug heb ik bijvoorbeeld een lezing mogen geven voor een Chinese onderzoeksgroep. Normaal ben je daar best wat tijd aan kwijt en belast je het milieu door te vliegen, maar nu zat ik een kwartier van tevoren nog aan de koffie met mijn vrouw.’
Leeuwenburghs onderzoek richt zich op de ontwikkeling van biomaterialen bestaande uit nanodeeltjes. ‘Deze materialen zijn poreus, zelfhelend, en geven medicijnen direct in cellen af. Daardoor kun je botschade, veroorzaakt door ziekten zoals infectie en kanker, effectief behandelen.’
Als ik hem vraag naar een hoogtepunt uit zijn bijna twintigjarige carrière, moet hij lachen. ‘Pfoeh, twintig jaar is wel confronterend als je het zo zegt.’ Maar vervolgens deelt hij mee dat hij heel blij is met de Vici-grant die hem twee jaar geleden is toegekend, hoewel dat geen doel op zichzelf was. ‘Ik leef niet zozeer voor de standaardbeloningen als publicaties en citaties, hoewel die wel nodig zijn. Wat ik belangrijker vind: ben ik gegroeid als persoon, als mentor en als onderzoeker? Zo’n Vici laat zien dat je stappen hebt gezet.’
Als lid van de KNCV, KVCV, NBV, of NVBMB heeft u onbeperkt toegang tot deze site, u kunt hier inloggen.