Gerhard Ertl geëerd voor pionierswerk in heterogene katalyse

De Nobelprijs voor scheikunde gaat dit jaar naar de Duitser Gerhard Ertl. Hij wordt gezien als een van de grondleggers van de moderne oppervlaktechemie. Dankzij zijn studie naar fundamentele processen op het raakvlak tussen vaste stof en gas, is nu veel meer bekend over de werking van heterogene katalysatoren.

Ertl kwam als een van de eersten op het idee om de technieken, die de halfgeleiderindustrie gebruikt om aan oppervlakken in hoogvacuüm te kunnen werken, naar het lab te halen. Op die manier kon je voor het eerst tot detail bestuderen wat er op zo’n oppervlak gebeurt.

Om te beginnen wist Ertl zo te achterhalen hoe waterstofatomen worden geadsorbeerd op een platina-elektrode. Vervolgens helderde hij het mechanisme op van het Haber-Boschproces, de omzetting van waterstof en stikstof in ammoniak op een ijzeroppervlak. Dat proces werd al sinds 1913 toegepast op industriële schaal, maar al die tijd snapte niemand hoe het precies werkte.

Ertls grootste verdienste is echter dat zijn manier om katalyseprocessen op te helderen generiek is. Zowel bij fundamenteel als bij industrieel onderzoek wordt door talloze onderzoekers dankbaar gebruik gemaakt van Ertls methodologie.

Ertl ging drie jaar geleden met emeritaat als hoogleraar bij het Fritz-Haber-Institut der Max-Planck-Gesellschaft in Berlijn. Als directeur van de afdeling fysische chemie werd hij daar drie jaar geleden opgevolgd door de Nederlander Gerard Meijer.

bron: Koninklijke Zweedse Academie van Wetenschappen

Onderwerpen