Tegenwoordig kun je voor bijna alles wel een sensor ontwikkelen. Onderzoekers en bedrijven hebben daardoor toegang tot bergen aan data. Hoe ga je daarmee om en wat kun je ermee? ‘Het is een wetenschap op zich om data als grondstof te gebruiken.’
‘Wat sensoren betreft zitten we in een brede beweging’, zegt Jeroen Jansen, universitair hoofddocent analytische chemie aan de Radboud Universiteit (RU) in Nijmegen. ‘Er is veel publiek-private samenwerking: enerzijds heb je veel innovaties in de academie, maar tegelijkertijd vinden die innovaties praktische invulling bij bedrijven, overheidsinstellingen en andere partijen.’
Toch schuilt er ook een gevaar. ‘Dat zit hem in het feit dat partijen kunnen zeggen dat hun sensor iets meet zonder dat er ook maar iets gevalideerd is’, vertelt de van origine Vlaamse Lutgarde Buydens, hoogleraar analytische chemie, eveneens aan de RU. ‘Er zijn zoveel factoren: constructie van de sensor, de nauwkeurigheid, waar en hoe je meet, wat je met de meting doet.’ Buydens vindt het de plicht van wetenschappers om dit in goede banen te leiden. Daar heeft iedereen uiteindelijk profijt van: een goedkoper proces voor bedrijven, betere producten voor de consument.
Als lid van de KNCV, KVCV, NBV, of NVBMB heeft u onbeperkt toegang tot deze site, u kunt hier inloggen.