Een diploma of bul betekent allang niet meer de definitieve afsluiting van het lerend bestaan. Om bij te blijven of hogerop te komen is een cursus, module of zelfs hele opleiding steeds gebruikelijker. Er is in elk geval één voordeel: de baas betaalt doorgaans.

Nooit meer leren! Dat dacht Rianne Siebelink-Stoter toen ze drie jaar geleden afstudeerde als cytohistologisch analist. Maar op een gegeven moment begon het toch weer te kriebelen. “Bovendien kwam er op mijn werkplek steeds meer vraag naar moleculaire kennis en merkte ik dat ik die bagage miste.” Na overleg met haar leidinggevende schreef ze zich in voor de parttime masteropleiding molecular life sciences van het HAN-Biocentre. Dit aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen verbonden instituut verzorgt zowel korte cursussen als masteropleidingen. Twee jaar lang zat ze een dag per week weer in de schoolbanken.

Siebelink-Stoter past prachtig in het overheidsideaal van een leven lang leren. Werken betekent in beweging blijven en dat vergt voortdurende bijscholing, is de hedendaagse arbeidsmoraal. Al tonen de Nederlandse burgers zich nog niet echt ijverige leerlingen. In Nederland is slechts 8 procent van de werkenden van 30 jaar en ouder een lifelong learner, tegenover 25 procent in bijvoorbeeld Zweden en Engeland.

BIJSPIJKEREN

“Een leven lang leren, dat zie ik wel voor me”, zegt Angelique Lokate. “Het moet wel leuk blijven, maar in principe ben ik altijd op zoek naar nieuwe uitdagingen.” Als promovendus – ze doet in Nijmegen onderzoek naar biomarkers voor auto-immuunziektes – is ze contractueel verplicht cursussen te volgen. Al loopt dat in de praktijk nog wel los, weet ze. “Veel van mijn collega’s promoveren zonder een cursus gedaan te hebben.”

Zelf is Lokate daarentegen vrij actief op dit vlak. Dat heeft ermee te maken dat ze al vrij snel wist dat ze geen onzekere carrière in de wetenschap ambieerde. De cursussen ziet ze als een manier om zich breed te ontwikkelen en zich zo beter te kwalificeren voor de arbeidsmarkt. Ze volgde onder meer een aio-cursus didactiek, presenteren en management. Vooral die laatste cursus vond ze erg nuttig. “Ik ontdekte erdoor dat je als promovendus meer doet dan onderzoek. Je leert ook lastige gesprekken voeren en voor jezelf opkomen.”

De promotietijd van Kees Visser, environmental manager bij Sigma Kalon, ligt alweer enige jaren achter hem. Toch koos hij afgelopen najaar ook voor een cursus. Als safety health environment compliance officer wordt hij geacht zijn bedrijf op de hoogte te houden van wetgeving op het gebied van grondstoffen. “Ik merkte dat mijn kennis tekortschoot. In mijn contacten met brancheverenigingen begreep ik steeds vaker dingen niet en dus kon ik mijn collega’s zaken niet meer goed uitleggen.”

Om zijn kennis bij te spijkeren volgde Visser bij PaON de driedaagse cursus Toxicologie. PaON is een particuliere stichting voor postacademisch onderwijs en biedt cursussen en modules aan voor professionals en managers in science, engineering en technology. De cursus beviel Visser prima. “Ik heb ook wel eens bedrijfsinterne cursussen gevolgd, maar die blijven altijd vrij algemeen. Deze cursus bood precies wat ik zocht.”

PaON biedt behalve korte cursussen ook modulaire trajecten. “Dat is een trend van de laatste tijd”, aldus adjunct-directeur Sandra de Haas. “Er is steeds minder tijd voor werknemers om een hele week een cursus te volgen. Daarom hebben we lange cursussen opgeknipt in losse modules.” Dat biedt werknemers bovendien de mogelijkheid om heel gericht dat onderdeel te volgen waarin ze bijscholing behoeven.

WINST

Uit resultaten van het Amsterdamse onderzoeksproject rondom scholing en arbeidsmarkt (Scholar) blijkt dat bij- en nascholingen rendabel zijn. Bedrijven zien hun productiviteit stijgen met zo’n 10 tot 15 procent; de winst voor individuele werknemers zit hem in promotie plus bijbehorend hoger salaris.

Geen wonder dat vrijwel elke leidinggevende zijn werknemers de ruimte biedt voor scholing. In 99 procent van de gevallen vergoedt de werkgever de opleidingskosten en vaak mogen mensen ook onder werktijd op cursus. Maar je moet wel zelf actie ondernemen, vertellen de cursisten desgevraagd. “Het ligt aan jezelf”, zegt bijvoorbeeld Ewoud Pruim, plaatsvervangend locatiemanager bij Norit Nederland. “Mensen die willen studeren, kunnen gebruikmaken van de mogelijkheden en zo hogerop komen.”

Zelf volgde Pruim de opleiding plant­management bij PaON. “Om me beter voor te bereiden op de toekomst.” Zes modules van elk drie dagdelen: een avond na werktijd met aansluitend diner en de volgende dag een hele dag les. Hij is er zeer over te spreken. “Je treft onder management­opleidingen nog wel eens de nodige gebakken lucht aan, maar deze opleiding was heel inhoudelijk. Bovendien hadden alle docenten ruime praktijkervaring in de chemische of technische industrie.” Het leukst en leerzaamst vond Pruim het uitwisselen van ervaringen met collega’s van andere bedrijven. Dat ging na de opleiding gewoon door: ze komen nog regelmatig als club bij elkaar en wisselen dan digitaal tips en ervaringen uit.

MEER VRIJHEID

Siebelink-Stoter heeft bij de afdeling Radiobiologie van het medisch centrum van de VU nog steeds hetzelfde salaris als voordat ze cum laude afstudeerde als master of molecular life sciences. “Maar dat ligt vooral aan mezelf, daar moet ik nog achteraan”, lacht ze. Op dit moment heeft ze haar handen vol aan de inhoudelijke winst die de opleiding haar bracht. Van haar werkgever kreeg ze de ruimte om de verplichte stage buitenshuis, bij het Nederlands Kanker Instituut, te doen. Ze boekte er zulke goede resultaten dat ze een abstract mocht schrijven en een posterpresentatie mocht geven op een buitenlands congres.

Op dit moment werkt Siebelink-Stoter aan een artikel en is er subsidie van het KWF voor een vervolgonderzoek binnen. “Ik heb in mijn werk veel meer vrijheid en verantwoordelijkheid gekregen.” Het was kortom de inspanning van twee jaar leren naast werken waard. “Al ben ik nu wel weer blij dat het leren even afgelopen is.”|

Bron: C2W8

Onderwerpen