We moeten heel zorgvuldig omgaan met positieve discriminatie in de wetenschap, betoogt hoofdredacteur Erwin Boutsma.

Deze maand toont katalyticus Monalisa Goswami zich kritisch over de Athenaprijs, een door de Nederlandse wetenschapsfinancier NWO in het leven geroepen prijs voor vrouwelijk talent in de chemie. Ze schrijft: ‘Als jonge vrouwelijke wetenschapper voel ik me ongemakkelijk bij de gedachte om hoogleraar in Nederland te worden, omdat de permanente nadruk op vrouwelijke aspecten me tegenstaat.’

De Athenaprijs is een van de vele stimuleringsmaatregelen om vrouwelijk talent voet aan de grond te laten krijgen in het mannenbolwerk van de wetenschap. Dat is nodig: België en Nederland hebben met respectievelijk 26 % en
21 % een beschamend laag percentage vrouwelijke hoogleraren. Blijkbaar gaat er ergens iets mis, en het is goed dat mensen met verstand van zaken daar iets aan proberen te doen. Maar soms slaat die positieve discriminatie door, en worden de verschillen die je wilt overbruggen juist benadrukt. ‘Wat knap dat je het moederschap combineert met een topbaan in de wetenschap!’: het is een passief-agressieve boodschap verpakt als compliment, en Goswami maakt zich daar terecht boos over.

Ik ben zelf niet roomser dan de paus. Vorig jaar, toen materiaalkundige Nathalie Katsonis tijdens de Avond van de Chemie een inhoudelijk sterk betoog hield over haar vakgebied, betrapte ik mezelf erop dat ik onwillekeurig haar combinatie van wetenschappelijk talent en het overduidelijke aanstaande moederschap bewonderde. Zo’n gedachte had ik nooit bij een mannelijke hoogleraar (afgezien van het feit dat het bij hen minder makkelijk zichtbaar is als ze gezinsuitbreiding verwachten).

Is Katsonis – ironisch genoeg zelf in 2016 ook winnaar van de Athenaprijs – op zo’n moment een door NWO zo gewild rolmodel? Goswami betoogt in haar ingezonden brief dat je rolmodellen niet kunt creëren, maar dat ze door ‘oplettende individuen als zodanig herkend moeten worden’. Volgens die gedachte is dat geslaagd, want ik denk dat Katsonis een geweldig rolmodel is voor jonge vrouwelijke wetenschappers. Vast niet omdat ze prijzen heeft gewonnen omdat haar vrouwelijke kant doorklinkt in haar werk, maar omdat ze een inspirerende persoonlijkheid is. Jonge vrouwen zien aan Katsonis dat het kán.

Ik moest eraan denken toen ik het boek The Truth About Fat van Anthony Warner las (zie de recensie). De enige bewezen methode om overgewicht blijvend terug te dringen, is een systeembenadering: alle aspecten die bijdragen aan overgewicht – hoe klein en ogenschijnlijk onbeduidend ook – onder de loep nemen en aanpassen, zodat kinderen opgroeien in een wereld waarin gezond leven vanzelfsprekend is.

Ik denk dat een dergelijke systeembenadering ook kan werken om vrouwelijk talent te behouden voor de wetenschap. Maak het vanzelfsprekend, zet rolmodellen in de spotlights, zorg op allerlei cruciale momenten in een carrière dat eventuele achterstanden van vrouwen op mannen worden overbrugd. Maar doe het subtiel en ga niet benadrukken hoe knap het is dat iemand de wetenschappelijke top heeft gehaald ondanks het feit dat ze vrouw is.

 

Erwin Boutsma is hoofdredacteur van C2W, Medicines en Mens&Molecule