Ondanks zorgen over het realisme en de haalbaarheid van de klimaatdoelen, loont het toch om in te zetten op duurzaamheid, betoogt hoofdredacteur Erwin Boutsma.

In het Nederlandse kabinet bezigde Klaas Dijkhoff (VVD) deze maand het woord ‘klimaatdrammer’. Hij doelde op Rob Jetten (D66), die meent dat de plannen van het kabinet om de klimaatverandering tegen te gaan, onvoldoende ambitieus zijn. Dijkhoff voorziet dat dit een breekpunt kan zijn voor de coalitie in 2019. België worstelt met dezelfde problematiek. De laatste doelen van de EU zijn nog niet vertaald in concreet beleid of plannen, maar om de eerder vastgestelde CO2-reductiedoelen in 2020 te behalen, komt België – net als Nederland – naar verwachting een paar procent te kort.

De klimaatplannen van onze landen zijn concrete vertalingen van de EU-doelen (40 % CO2-reductie in 2030 ten opzichte van 1990), die weer voortkomen uit de doorrekeningen van het IPCC met zijn mantra ‘maximaal 2 °C opwarming’. Die grens is niet scherp: ook 1,6 °C en 1,9 °C vormen een probleem, en het is niet zo dat er na 2,0 °C ineens een apocalyps uitbreekt. Het is een arbitrair streefcijfer, mooi afgerond zodat het blijft hangen.

Wie in meer detail kijkt naar de grafieken van de Nederlandse en Belgische CO2-uitstoot – die een opmerkelijk vergelijkbare trend laat zien – kan elke conclusie trekken die hij wil: een licht dalende trend als je kijkt vanaf ongeveer 2003, een gelijkblijvende als je kijkt vanaf 1984, en zelfs een fors stijgende als je 1969 of eerder als uitgangspunt neemt.

Net als naar de trend van CO2-uitstoot in Nederland en België kun je op allerlei manieren naar de klimaatdoelstellingen kijken, en de meeste zijn niet geruststellend. De meest verontrustende gedachte vind ik dat in onze contreien het laaghangend fruit inmiddels is geplukt, en dat het zelfs daarmee niet is gelukt de eerste – minder ambitieuze doelen – te behalen. Een andere gedachte betreft de uitstoot van de opkomende economieën van bijvoorbeeld de BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India, China), die de moeizaam bereikte reductie elders verre overstijgt. Zelfs de VS onder Trump laten in 2018 een CO2-stijging van 3,4 % zien, becijferde onderzoeksbureau Rhodium Group deze maand. Een derde gedachte is dat economische voor- en tegenspoed zwaar doorklinkt in de grafieken: de crisis van 2008 zorgde voor een scherp dipje in de uitstoot, maar nu het veel mensen weer voor de wind gaat, neemt de verkoop van klimaatbelastende zaken zoals SUV’s, vliegreizen en algehele consumptie weer toe.

Rationeel gezien lijkt het waanzin om miljarden euro’s uit te geven om tienden van een procent van de EU-uitstoot af te snoepen, terwijl de rest van de wereld doorstookt. Tegelijkertijd vind ik de Europese ambities hartverwarmend en een voorbeeld van het belang van internationale samenwerkingsverbanden. Over sommige plannen heb ik mijn twijfels, maar over het algemeen geldt dat de kennis die we opdoen en de technologieën die we ontwikkelen om zuiniger om te gaan met onze natuurlijke hulpbronnen, al winst op zich zijn.

Toekomstige generaties zullen profiteren van het ‘klimaatdrammen’, óók die van landen die het klimaat nu links laten liggen.

Erwin Boutsma is hoofdredacteur van C2W en MeMo