Het afgelopen jaar heb ik me beziggehouden met het ontwerpen en bouwen van een energiezuinig huis ter vervanging van een gedateerde jarenzestigwoning. Duurzaamheid was hierbij een belangrijk uitgangspunt.

Richard-breed

Maar wat is duurzaam? Baseer je dit op de ecologische voetafdruk, herbruikbaarheid, en/of de levenscyclusanalyse van bouwmaterialen? Of kijk je voornamelijk naar energiebehoefte?

De bouwvoorschriften en regels waar je je aan dient te houden bieden nog voldoende vrijheid om in uitersten te bouwen. Je kunt het ontwerp zo maken dat je weinig energie nodig hebt of de energie die je nodig hebt compenseren met zonnepanelen en een warmtepomp. En voor alles zijn zowel argumenten voor als tegen te bedenken. Daar sta je dan met je goede voornemens.

Leveranciers zullen altijd de voordelen van hun producten benadrukken en de Nederlandse bouwwereld is redelijk conservatief ingesteld. Tijd dus voor een onafhankelijk adviseur om ons door het doolhof aan keuzes te gidsen. Dit leidde tot een keuze voor een passiefhuis, uitgevoerd in houtskeletbouw met isolatie van natuurlijke materialen en een luchtdichte afwerking die ervoor zorgen dat we voldoende hebben aan een beetje elektrische bijverwarming – zeg maar een föhn – via het ventilatiesysteem. Dat alles kloppend gemaakt met de software van de adviseur.

‘Voor mijn persoonlijke project was duurzaam bouwen, mede door een continu oplopend budget, al lastig te realiseren’

De stikstofproblematiek werd door onze gemeente ondervangen met de eis dat het huis energieneutraal moest zijn en dat er ‘natuurinclusief’ gebouwd moest gaan worden. Aangezien we gekozen hadden voor passiefbouw met zonnepanelen op het dak en onze tuin volop mogelijkheden biedt om het vogel-, amfibie-, en insectvriendelijk in te richten, waren dit eisen waar we zonder al te veel problemen aan konden voldoen.

Al met al bestaat mijn persoonlijke bijdrage aan de energietransitie binnenkort dus uit het van het gas af halen van één huis, CO2 fixeren door met hout te bouwen, en uitbreiding van het oppervlakte zonnepanelen voor zonne-energie.

Wat hierbij opvalt is dat de bijkomende kosten voor duurzame materialen aanzienlijk zijn. Hout is schaars geworden en de prijzen rijzen de pan uit. Dan is het ook nog maar de vraag of de oorsprong helemaal correct is. Materialen die mij als biotechnoloog enorm aanspreken – zoals piepschuim gemaakt uit polymelkzuur of isolatiemateriaal gemaakt van schimmel mycelium – zijn nog maar beperkt verkrijgbaar.

De energietransitie, het woningtekort, de stikstofproblematiek: al deze onderwerpen zijn gebaat bij een nieuwe vorm van duurzaam bouwen. Voor mijn persoonlijke project was dit, mede door een continu oplopend budget, al lastig te realiseren. Ik wens het nieuwe kabinet dan ook veel wijsheid en daadkracht toe om alle huizen in Nederland voor 2050 van het gas af te krijgen en bij het spoedig wegwerken van het woningtekort. Dan ga ik in de zomer kijken of de theorie van mijn nieuwe huis ook in de praktijk werkt.

Richard van Kranenburg, voorzitter NBV