De ontdekking van risicogenen voor slapeloosheid doet de hoop op erkenning en behandeling van deze meest voorkomende slaapstoornis weer opleven. ‘Nu kunnen we op zoek gaan naar de biologie van slapeloosheid.’

Iedereen heeft wel eens een slechte nacht, maar slapeloosheid is een ander verhaal. In Nederland lijdt 1 op 10 mensen aan slapeloosheid, België zit daar met 12% iets boven. ‘Wanneer iemand minimaal drie keer per week slecht slaapt, dat minimaal drie maanden duurt en daar ook overdag last van ondervindt, dan is er sprake van slapeloosheid ofwel insomnie’, zegt Eus van Someren, hoofd van de afdeling Slaap en Cognitie van het Nederlands Herseninstituut en hoogleraar bij integratieve neurofysiologie en psychiatrie aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

Een internationaal team van onderzoekers onder leiding van Van Someren en Daniëlle Posthuma (ook VUmc) publiceerde eind vorig jaar onderzoek waarin ze zeven genen aanwijzen die een rol spelen bij slapeloosheid. Met een zogenoemde genome-wide association study (GWAS), waarbij onderzoekers proberen om het voorkomen van bepaalde genen te correleren aan een aandoening, lukte het om de zeven genen te identificeren. De genen hebben onder meer een rol in de regulatie van transcriptie en exocytose, processen die in elke cel zorgen voor respectievelijk de vertaling van DNA naar RNA en voor communicatie met de omgeving.

 

‘Het is hoog tijd om slapeloosheid serieus te nemen’

Opvallend was dat een van de risicogenen voor slapeloosheid, MEIS1 genaamd, al eerder gevonden was voor twee slaapstoornissen die veel voorkomen bij toenemende leeftijd, het rustelozebenensyndroom (RLS) en periodieke beenbewegingen tijdens de slaap (PLMS). ‘Hoe komt het dat als je een bepaalde variant hebt van het MEIS1-gen, het risico op al die drie slaapstoornissen toeneemt? Wat is de grote gemene deler? Dat is heel interessant’, vindt Van Someren. ‘Bij rusteloze benen is er namelijk sprake van sensorische overdrive, het voelt alsof er iets gaande is in je benen, alsof er mieren in rondkruipen. Bij periodieke beenbewegingen gebeurt het omgekeerde, dat is een motorische overdrive. Soms weet je helemaal niet dat je het hebt en dan hoor je van je partner dat je alsmaar met je benen ligt te schoppen of trappelen. Slapeloosheid wordt vooral gekenmerkt door onrust in de gedachtenstroom en lijkt de sensorische en motorische rusteloosheid te verbinden, er is iets dat je alert houdt. Daar zijn we naar op zoek.’

Onderzoek naar de achterliggende moleculaire mechanismen kan nieuwe ingangen bieden voor de ontwikkeling van middelen bij slapeloosheid. ‘Wanneer je aanleg hebt voor slapeloosheid, is het toch fijn als je daar met een pil vanaf kan komen. Het is hoog tijd om slapeloosheid serieus te nemen’, vindt Van Someren. Het heeft grote invloed op het functioneren overdag en daarmee grote economische impact door extra verzuim en minder productiviteit. ‘Je ziet dat sommige mensen die last hebben van slapeloosheid sneller depressief worden of hart- en vaatziekten ontwikkelen. Een succesvolle behandeling om slapeloosheid te verlichten is cognitieve gedragstherapie, maar deze behandeling zit niet in het basispakket van de zorgverzekering. Dat is een misstand. Middelen voor slaapapneu en de zeldzame slaapziekte narcolepsie worden wel vergoed.’

 

Opmars

Johan Verbraecken, hoogleraar respiratoire slaapgeneeskunde aan de Universiteit Antwerpen en medisch coördinator van het Multidisciplinair Slaapcentrum van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen, stelt dat slaapapneu aan een opmars bezig is door de toename van overgewicht. Bij slaapapneu stokt de ademhaling tijdens de slaap minimaal vijf keer per uur doordat de luchtweg afsluit. Mensen zijn daardoor overdag vaak moe en slaperig. Verbraecken: ‘Dit kan verholpen worden door te vermageren. Ook zijn er behandelingen met CPAP-apparatuur. Tijdens de slaap wordt lucht via de neus naar binnen geblazen zodat door de overdruk de keel niet kan vernauwen en afsluiten. Daarnaast bestaan er mondbeugels en positieapparaten.’

Slaaptekort is funest voor de gezondheid en wordt in verband gebracht met allerlei aandoeningen zoals depressie, diabetes, obesitas en hart- en vaatziekten. Te weinig of slecht slapen verstoort bijvoorbeeld de aanmaak of remming van verschillende hormonen. ‘Door slaaptekort neemt onder andere het hongerhormoon ghreline toe waardoor je trek krijgt’, zegt Verbraecken. ‘Omdat tegelijk het verzadigingshormoon leptine afneemt, eet je langer door en ontwikkel je overgewicht. Bij slaapapneu blijkt het leptine niet meer goed te werken doordat er resistentie optreedt. Hierdoor missen ook deze mensen het verzadigingsgevoel, ze gaan meer en langer eten en worden dikker. Daardoor neemt de slaapapneu weer toe en beland je een vicieuze cirkel. Uiteindelijk leidt dit tot diabetes.’

 

Standaardmiddelen

Mensen met narcolepsie zitten aan de andere kant van het slaapspectrum. Zij hebben juist last van onbedwingbare slaapaanvallen en krachtverlies overdag, zelfs na een goede nacht. Verbraecken: ‘Narcolepsie is genetisch bepaald, maar kan ook verworven zijn en is vermoedelijk gelinkt aan auto-immuunbeschadiging en griepvaccinatie. Er is geen genezing mogelijk, maar er zijn wel standaardmiddelen zoals amfetamines en modafinil die de alertheid overdag helpen te verhogen.’ Mensen met narcolepsie missen de aanmaak van het neuropeptidehormoon hypocretine in de hersenen, een stof die ons overdag wakker houdt. ‘Wanneer je nu de hypocretine-receptoren met een stof weet te blokkeren of te remmen, dan heb je gelijk een heel nieuw slaapmiddel in handen. Een aantal middelen die op deze receptoren inwerken, zitten inmiddels in de pijplijn’, weet Verbraecken. ‘Voor slapeloosheid en slaapapneu lopen nog klinische studies.’

Verder is er een nieuw middel in aantocht om mensen met narcolepsie wakker te houden: Wakix, ontwikkelt door een Franse farmaceut. ‘De werkzame stof pitolisant werkt in op de histamine3-receptoren en versterkt de werking van histamine. Dat is ook een stof waardoor we alert blijven’, zegt Verbraecken. Anti-allergiemiddelen ofwel antihistaminica hebben als bijwerking dat je er suf en slaperig van kan worden. ‘Pitolisant is geregistreerd voor narcolepsie, maar de fabrikant wil het nu ook voor andere indicaties laten registeren, zoals slaapapneu of hypersomnie.’

 

Hypersomnie

Mensen met hypersomnie hebben eveneens last van overmatige slaperigheid overdag. Wakix kan helpen die symptomen te verlichten. Ook personen met slaapapneu die het CPAP-apparaat ’s nachts niet kunnen verdragen, overdag veel last hebben van slaperigheid en moeten gaan autorijden. Of iemand die de hele dag moet programmeren, of juist een nachtdienst moet draaien, die zouden ook allemaal baat kunnen hebben bij zo’n middel, denkt Verbraecken.

De ontdekking van zeven risicogenen voor slapeloosheid is een belangrijk aanknopingspunt voor verder onderzoek, maar is ook politiek-maatschappelijk heel belangrijk, vindt Van Someren. ‘Het is toch een soort erkenning. Slapelozen worden vaak oneerbiedig bejegend: ga gewoon op tijd naar bed en maak een goede nacht. Maar dat is net alsof je tegen iemand met depressie zegt, kijk gewoon even een leuke film. Slapeloosheid is niet alleen een psychologische strijd, het is iets wat echt in je verankerd zit. En het is erfelijk. Nu kunnen we op zoek gaan naar de biologie van slapeloosheid. Daar ligt een heel grote belofte.’