Moeten we het klimaat in de handen van economen leggen? vraagt eindredacteur Puck Moll zich af.

Laatst reed ik langs de energiecentrale in Den Haag. Aan de gevel bleek inmiddels een megabanner te prijken met de tekst ‘Uniper werkt aan de energietransitie’. Op het bijbehorende beeld wordt een grijs rookgordijn vol CO2-uitstoot van de wereld afgetrokken, plaatsmakend voor een groen plaatje.

Ik twijfel niet aan de groene bedoelingen van Uniper en tegelijkertijd is de timing niet onverwacht: het is volgens het journalistieke platform Follow the money een van de pak hem beet tweehonderd grootverbruikers van Gronings gas die in januari van de minister van Economische Zaken en Klimaat Eric Wiebes een brief ontvingen. De boodschap? Vanaf 2022 moeten ze het doen zonder dit gasvormige goud uit het aardbevingsgevoelige gebied.

De Nederlandse grootverbruikers mogen nog wel onbeperkt slurpen van buitenlands, hoogcalorisch gas. Dat stoot op zijn beurt veel meer NOx uit dan de Groningse variant – in dat opzicht niet bepaald een duurzame oplossing, meneer de minister. Daar komt bij dat de procesinstallaties op de schop moeten om überhaupt gebruik te kunnen maken van dit anders samengestelde gas. Dat kost volgens de directeur van de Suiker Unie, Bram Fetter, geld; hoeveel is nog niet duidelijk. En dat is, wederom volgens Fetter in een uitzending van EenVandaag, technisch nog best ingewikkeld; hoe je het precies moet realiseren is nog niet duidelijk.

Je snapt het al: ook de Suiker Unie staat op de lijst van de minister. Fetter wist met zijn verhaal de media de afgelopen maanden vele malen te bereiken en heeft mijn inziens één goed punt te pakken: op deze manier bespaar je geen procent CO2. Fetter zet dan ook liever direct in op versneld verduurzamen via biogas – eenzelfde traject waarop onder meer Uniper wil inzetten. Daartoe wil de Suiker Unie zijn installatiecapaciteit voor dit groen gelabelde goedje uitbreiden. Alleen: het heeft nog geen groen licht gekregen van het ministerie.

EenVandaag schetste medio oktober het beeld dat er negen maanden na de brief nog geen tot weinig beweging zit in procesland. Het bedrijfsleven verwijt de minister het uitblijven van concrete leidraden en besluitvorming en de minister is onbereikbaar voor commentaar. Meerdere politieke partijen vallen inmiddels de industrie bij en daarmee de minister af. De ChristenUnie, als onderdeel van het kabinet, laat een ander geluid horen: het bedrijfsleven moet niet zitten wachten op nadere informatie en subsidie, maar zijn verantwoordelijkheid nemen.

Het klimaatpanel van de VN, dat op 8 oktober zijn nieuwste rapport presenteerde, zal dit soort impasses met lede ogen aanzien. Op diezelfde herfstdag ontving William Nordhaus de Nobelprijs voor Economie. Hij wordt enerzijds geroemd voor zijn DICE-model, dat eindelijk een prijskaartje plakte op de gevolgen van klimaatverandering, en anderzijds stellen critici dat de daarbij gemaakte aannames – vooral de zogenoemde discount rate – leiden tot een veel te hoge prijs voor klimaatbeleid.

Of we ons toekomstige klimaat in handen moeten leggen van economen is dus maar zeer de vraag. Al klinkt in Nordhaus’ woorden een hoge mate van bezorgheid door. Hij koos de naam DICE (dobbelsteen) bewust: ‘We dreigen immers de toekomst van onze planeet te vergokken.’