Granaten uit WO I zorgen voor milieuproblematiek in Vlaanderen

De grond rond Ieper heeft een sterk verhoogde koperconcentratie dankzij de Eerste Wereldoorlog. Volgens onderzoekers van de Universiteit Gent is in de bovenste grondlaag ruim 2800 ton koper, oftewel 3,7 miljoen ontplofte granaten, extra aanwezig. Dat zou kunnen duiden op ernstiger milieuproblemen.

Meestal wordt de industrie aangewezen als dader voor de aanrijking van zware metalen in de grond. Maar waar de gemeten koperaanrijkingen elders in de provincie West-Vlaanderen aan lokale industrieën ware toe te wijzen, was dit rond Ieper niet het geval. Ook was daar de ruimtelijke distributie van het koper groter dan elders.

De daders zoeken de wetenschappers, ondanks massale opruimings- en grondniveleerwerken nadien, in het verre verleden: granaten uit WO I. In Ieper vonden tijdens die oorlog vier grote slagen plaats: de drie Slagen van Ieper en het Duits lenteoffensief. De ontplofte granaten zouden de grote verspreiding van het koper daarom goed kunnen verklaren.

Naast koper bevatten de granaten ook andere zware metalen, waaronder zink en soms lood. Ook zijn destijds gifgasgranaten gebruikt met toxische stoffen als mosterdgas en arseen. Dat kan duiden op een veel ernstiger milieuprobleem dan gedacht, waardoor verder onderzoek noodzakelijk is.

In 2000 vonden Duitse onderzoekers ook al een te hoge arseenconcentratie op een munitieverbrandingssite rond Ieper. Ondanks de schoonmaak lag de concentratie daar ruim 50 keer hoger dan de saneringsdrempel van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij.

Onderwerpen