Pieter Vader hoopt met een recent ontvangen ERC Starting Grant RNA-nanomedicijnen te maken met lichaamseigen membraanblaasjes.

Met de goedkeuring van het eerste RNA-nanomedicijn voor patiënten met een erfelijke vorm van amyloïdose lijkt de weg voor RNA-therapeutica open te liggen. De basis van die medicijnen is een stukje RNA dat bijvoorbeeld de productie van bepaalde eiwitten aan- of uitzet. Omdat RNA niet zo stabiel is en ook niet door membranen heen kan, verpak je het in een synthetisch nanodeeltje. Een slimme oplossing, maar volgens Pieter Vader (34), universitair docent aan het Universitair Medisch Centrum Utrecht, nog niet de optimale samenstelling. ‘Door het synthetische omhulsel ziet ons lichaam die medicijnen als indringers en ruimt ons immuunsysteem ze op. Ook hopen ze met name op in je lever.’

‘Het is nog onduidelijk of we zo’n blaasje kunnen namaken’

Daarom gooit Vader het over een andere boeg en wil hij met de ERC Starting Grant die hij onlangs ontving onderzoeken of hij het therapeutische RNA ook kan verpakken in lichaamseigen membraanblaasjes. ‘Onze cellen beïnvloeden processen in ons lichaam door RNA in kleine blaasjes naar andere cellen te sturen’, vertelt Vader. ‘Eigenlijk precies wat wij willen doen, dus was het een logische stap om te kijken of we die blaasjes kunnen gebruiken.’

Nieuwe technieken

Helaas blijkt het nog niet zo makkelijk om de blaasjes goed te onderzoeken. ‘Het lichaam geeft richting aan de blaasjes, maar hoe dat proces precies werkt weten we niet’, legt Vader uit. ‘Ook is onduidelijk welke eiwitten er in en op die membraanblaasjes zitten en of we zo’n blaasje kunnen namaken.’ Met de ERC Grant hoopt Vader nieuwe technieken te ontwikkelen die meer duidelijkheid scheppen. ‘We kweken nu cellen op buiten het lichaam, isoleren de blaasjes en geven ze een kleur of label mee. Maar om te zien hoe andere cellen de blaasjes vervolgens verwerken, hebben we nog veel gevoeligere technieken nodig.’

In eerste instantie richt Vader zich op RNA-therapeutica in combinatie met stamcellen voor het hart. ‘Die stamcellen blijken membraanblaasjes uit te stoten die helpen bij het herstel van het hart na een infarct’, zegt Vader. ‘Ik wil nu graag RNA aan die blaasjes toevoegen, zodat het hart meerdere medicijnen tegelijk krijgt.’ Om dit voor elkaar te krijgen, probeert Vader meerdere methodes. ‘We kunnen de stamcel misschien wel genetisch aanpassen en ervoor zorgen dat er RNA in het membraanblaasje terechtkomt. Maar wellicht is het makkelijker om de blaasjes te isoleren en vervolgens RNA met slimme trucjes erin te stoppen.’